er wordt tevens bij vermeld dat de onderneming dezer bouwwerken op eene som van 1050 livres te staan kwam.
Die natuurschoon op prijs stelt, mag het zien 't lieve dorpje, dat daar uit de baren der zee schijnt te verrijzen, wanneer gij de lommerige, bekoorlijke baan in de nabijheid der hofstad inslaat. Een natuurschoon, zoo verheven en toch zoo zacht en liefelijk als u dat koraalgewas biedt, 't welk daar ligt als een ‘borduursel op den mantelzoom van den ouden Oceaan,’ is een zeldzaamheid.
Weelde is 't daar, waar niets bij haalt,
Als de scheemrende avond daalt,
Frissche zeelucht te âmen
Aan het scheveningsche strand,
Waar de jeugd van stad en land
Vloeit en stoeit te zamen.
Zie, daar dooft het hemelvuur
Als een stroom van vloeiend goud,
Die daar over 't golvend zout
Naar de stranden kronkelt.
Van 't verwijderd zandig duin
Met paleizen op zijn kruin
En een zangtoon, vol en frisch
Rolt ons, van een bruiloftsdisch
Dat weten ook de toeristen: zij vinden het zeer prettig om 't eens waar te nemen, hoe lustig de badgastenzee aan ons strand bij haar eigen muziek danst; 't ontbreekt er in 't badseizoen noch aan zonen en dochters van Albion met verrekijkers, noch aan zonen en dochters der grande nation met lorgnetten; en dat er ook het kroost der blonde Germania aanwezig is om de bekoorlijkheden van het ‘duitsche woud,’ voor het natuurschoon van ons scheveningsch zeestrand te vergeten, bewijst u, behalve de werkelijkheid, ook de gravure op pag. 316.
Het ministerie, van wier leden de gravure op pag. 317 de portretten biedt, heeft, vooral door de overbekende en zonderlinge wijze waarop het aan het roer is gekomen, een te groote bekendheid verworven, dan dat het niet van belang zou zijn eenige der antecedenten dier bewindslieden te vernemen.
De Theux, president van den ministerraad, werd in 1794 te Stabroek bij Sint Truijen geboren uit een familie, die sedert overoude tijden 't land van Leuven bewoonde. Hij deed zijn studiën aan de Universiteit van Leuven, waar hij het diploma van doctor in de rechten verwierf. Nadat hij zich verscheiden jaren aan de studie der staatkundige en administratieve wetenschappen gewijd had, werd hij in 1830 door het arrondissement van Hasselt tot lid van 't Nationaal Congres gekozen. Hetzelfde arrondissement vertrouwde hem het mandaat toe voor de Kamer van Afgevaardigden. In de maand November werd hij tot minister van Staat benoemd en ontving eenige dagen later de portefeuille van Binnenlandsche Zaken, die hij omtrent een jaar daarna nederlegde en in 1834, toen bij met de vorming van een nieuw ministerie belast werd, weder aanvaardde. In 1840 afgetreden trad hij in 1846 weder op aan het hoofd van hetzelfde departement. Sedert 1830 had deze staatsman voortdurend zitting in de volksvertegenwoordiging, waarin bij de achting en eerbied genoot niet alleen van de Katholieken, als wier leider hij beschouwd werd, maar ook van zijne politiek tegenstanders.
Jules Malou, de tegenwoordige minister van Financiën, werd in 1810 te Yperen geboren. Na schitterende studiën in de rechten aan de leuvensche Universiteit gemaakt te hebben, werd hij aan 't ministerie van Justitie geplaatst, waar hij achtereenvolgens tot chef eener afdeeling en directeur van 't wetgevend comité werd bevorderd. In 1841 werd hij door 't arrondissement zijner geboortestad het eerst naar de Kamer der Volksvertegenwoordigers afgevaardigd. Herhaalde malen zag hij zich na dien tijd met een mandaat vereerd en tot verschillende hooge ambten geroepen. Zoo werd hij in 1844 door den koning tot gouverneur van Antwerpen benoemd en stond hij in de jaren 1846 en 1847 onder twee ministeriën aan 't hoofd van het departement van Financiën. In 1862 werd hij tot senator gekozen, door 't arrondissement van St. Nicolaas, dat bij nog op dit oogenblik in de eerste kamer van België vertegenwoordigt. Hij was vice-gouverneur van de Algemeene Maatschappij tot bevordering der nationale nijverheid, toen het ministerie van den 17en December 1871 werd samengesteld, waarin hij weder de plaats innam, die hij reeds vroeger bekleed had.
Delcour, geboren te Dolhain-Limburg (provincie Leuven) den 1 September 1811, studeerde in de rechten aan de Universiteit van Leuven en verkreeg in 1834 zijn diploma van doctor. In 1835 bij het kabinet gekomen van den graaf de Theux, toen minister van Binnenlandsche Zaken, werd Delcour in 1836 benoemd tot professor van het openbaar en administratief recht aan de Universiteit van Leuven. Den 9en Juni 1863 zond het arrondissement van Leuven Delcour naar de Kamer der Afgevaardigden. Sedert dien tijd heeft hij niet opgehouden een zeer werkzaam deel te nemen aan de voornaamste discussiën, die in den boezem van deze vergadering plaats hadden en hem de gelegenheid verschaften om zijn groote kundigheden ten toon te spreiden.
Moncheur, afgevaardigde van het arrondissement Namen, werd in 1806 te Riendotte-lez-Andennes geboren. In 1830 was bij reeds advocaat te Brussel en nauwelijks twee jaren na de revolutie bekleedde hij de bediening van substituut-auditeur bij het hooge militaire gerechtshof. Daarna tot plaatsvervanger benoemd van den procureur-generaal bij het hof van appel te Brussel, zag hij na weinige jaren van dezen post af om zich geheel en al aan de functiën van lid der deputatie van den provincialen raad van Namen te wijden.
De graaf van Aspremont-Lijnden toonde zich bij verschillende gelegenheden als zeer vertrouwd met de aangelegenheden van den landbouw. Hij werd door het belgische gouvernement belast om aan de hoven van Konstantinopel en Athene het overlijden van koning Leopold I en de troonsbestijging van Leopold II mede te deelen.
Van Lantsheere is het jongste lid van 't Kabinet. Voordat hij minister was, bekleedde hij in de pleitzaal van Brussel een zeer uitstekende plaats en had zitting in den provincialen raad van Brabant als afgevaardigde van het kanton Assche.
De luitenant-generaal Guillaume, generaal-adjudant van den koning, lid van de belgische Academie, generaal van de infanterie en langen tijd directeur van het personeel aan 't ministerie van Oorlog, is de schrijver van verscheiden uitstekende werken, die over de militaire geschiedenis van België handelen.