Rogier Tichborn.
De engelschman, Rogier Tichborn, wiens portret nevensstaande gravure aanbiedt, heeft door het zonderlinge proces hetwelk reeds sinds geruimen tijd in Engeland gevoerd wordt, eene zekere europeesche vermaardheid gekregen, en voorzeker zelden had eene aanspraak op eene aanzienlijke nalatenschap onder zonderlinger omstandigheden plaats.
Achttien jaren geleden namelijk vertrok een jongeling van vier en twintig jaar, met name Tichborn naar Zuid-Amerika. Te Valparaiso scheepte hij zich in naar Rio-Janeiro, vanwaar hij zich naar New-York begaf. Het schip, waarop hij zich bevond, werd door een storm overvallen en alle passagiers vonden den dood in de golven, uitgenomen twee of drie, die het geluk hadden zich in een bootje te redden. Algemeen was in Engeland de meening verspreid dat Rogier Tichborn verdronken was. Spoedig echter vernam men dat eenige schipbreukelingen door een ander vaartuig waren opgenomen.
Het gerucht kwam ter ooren van mevrouw Tichborn, die bij den dood van haren echtgenoot ongeveeer tien jaren geleden, in de dagbladen van Engeland en Australië eene annonce liet plaatsen, waarin zij inlichtingen vroeg omtrent haar zoon.
In Januari 1866 ontving mevrouw Tichborn een brief van een inwoner uit Nieuw-Wallis, waarin deze haar verklaarde dat hij haar zoon was en het plan had opgevat om weêr naar Engeland terug te keeren.
Mevrouw Tichborn in de vaste meening dat haar zoon nog leefde zond hem een brief met 400 pond sterling als kosten voor zijn overtocht.
Toen deze brief ter bestemde plaats aankwam, had hij zich reeds naar Engeland ingescheept waar hij op Kerstdag met zijne vrouw en twee kinderen, onder den naam van Castro, aankwam.
Het komt nu vooral hierop aan te weten of de man, die zich Rogier Tichborn noemt, dezelfde is die zich in Maart 1853 naar Amerika begaf.
Mevrouw Tichborn ontmoette hem te Parijs in 1867, drie weken na zijn komst in Europa, en herkende in hem aanstonds haar oudsten zoon. Weinige dagen te voren zag hem Gosford, de administrateur der goederen van de familie Tichborn, die hem voor een bedrieger en oplichter verklaarde.
ROGIER TICHBORN.
De goederen van Rogier Tichborn waren vervallen aan zijn neef Alfred. De familie van dezen betwistte de rechten van Rogiei en weigerde zijne identiteit te erkennen.
De vrienden en bloedverwanten van Rogier hielden zijn aanspraak op de erfenis staande. Hopkins, de notaris der familie, die verscheidene malen een onderhoud met den reiziger had, hield hem voor den wezenlijken Tichborn. Van diezelfde gedachte was een bediende, die den jongeling op zijne reis naar Amerika had vergezeld.
De pretendent zelf zeide dat hij naar Australië was gegaan om onafhankelijk van zijne ouders te leven, en den naam van Thomas Castro had aangenomen, een persoon, dien hij in Chili had leeren kennen. Gedurende elf jaren had hij dezen naam gedragen, was daarna gehuwd en had aan niemand ooit geopenbaard dat hij Rogier Tichborn was.
Men houdt staande dat een zekere Arthur Horton in Australië de geheele geschiedenis van Rogier Tichborn kende en dat hij het was, die in 1866 voor Tichborn doorging.