Opkomst en verval van Paraguay.
Nog slechts weinige jaren is het geleden, dat de paraguaansche krijg met de verwoesting van het land, den ondergang van het volk en den dood van den president Lopez eindigde. Het was een grootsch maar bloedig schouwspel, dat noodzakelijk eene treurige oplossing moest hebben. Lopez echter, de hoofdpersoon, de president der republiek, kan onze deelneming niet opwekken; hij heeft geoogst wat hij gezaaid had; doch het volk verdient ons medelijden, omdat het opgeofferd werd aan de heerschzucht van één man; het was een beter lot waardig geweest.
Paraguay, een staat in Zuid-Amerika, is gelegen tusschen de twee uitgestrekte janden, Brazilië en de argentijnsche re publiek, en bezit althans naar het zeggen der inwoners, eene uitgestrektheidvan 16,576 vierkante mijlen; de naburige staten echter zijn van eene andere meening en in werkelijkheid heeft Paraguay slechts eene uitgebreidheid van 3,265 vierkante mijlen teelden voor den oorlog hoogst ens 1,338,000 zielen. In vergelijking dus bij de twee bovengenoemde landen is het een nietig landje, dat daarenboven stroomopwaarts een reis van 200 duitsche mijlen vordert om het van zee af te bereiken.
De oorspronkelijke bevolking bestaat uit Guarani-Indianen; daarom ook is hunne taal de algemeen heerschende. De rest bestaat uit een gemengd ras van Mestizen, Creolen enz. Deze laatsten, de zonen des lands, zooals zij zich noemen, gaan door voor blanken, want geen Paraguaan, al stroomt er ook negerbloed door zijne aderen, wil voor een zwarte gehouden worden. Overigens zijn er de negers niet talrijk, daar de slavernij langzamerhand door de Jezuïeten is afgeschaft.
Daargelaten de verschillende stammen, zijn de Paraguanen schoon van vorm en leest, zelfs grooter dan de Spanjaarden. Zij zijn regelmatig gebouwd en vertoonen niets opvallends; hunne gelaatstrekken zijn zacht; in hun gang vindt men niets van de spaansche trotschheid. Door zijn zacht en vroolijk humeur onderscheidt zich de inwoner van Paraguay van den Argentijn; de eerste leeft van den akkerbouw, terwijl laatstgenoemde dien verwaarloost en, om zoo te zeggen, reeds in de wieg op een stuk rauw vleesch kauwt. Alle Paraguanen zijn van nature dapper, volhardend, vol geestdrift en opoffering voor hun vaderland.
Behalve den uitmuntenden tabak en verscheidene andere gewassen bestaat het hoofdproduct van het land uit den paraguaanschen thee. Vóór den oorlog trof men er ook heerlijke oranjeboschjes, olijven, cocospalmen en de aloë, die het land voor den akkerbouw bestemd, omzoomde.
De Guarani's zijn het eerst door de Jezuïeten eenigszins geciviliseerd. De Spanjaarden, aan wie Paraguay vroeger toebehoorde, gaven het in het begin der 17e eeuw over aan de Orde der Jezuïeten, om er naar goeddunken te handelen. Zij alleen wisten met de wilden om te gaan. In plaats van hen te vuur en te zwaard uit te roeien of hen met behulp der spaansche soldaten tot slaven te maken, zooals in de overige spaansche bezittingen, verboden de Jezuïeten aan alle blanken zonder uitzondering den toegang tot het land, omdat het zedelooze leven der spaansche kolonisten de grootste hinderpaal was, om de wilde zonen der wouden tot het christendom te bekeeren. Langzamerhand gelukte het dan ook den Jezuïeten, de rondzwervende Indianen eene vaste woonplaats te doen innemen, hen aan den landbouw te gewennen, en er aldus de beste werklieden van te maken. Tevens werden de Paraguanen voortreffelijke krijgslieden daar zij de onderdanigheid als de voornaamste deugd betrachtten. Het land was uit een wildernis in een lusttuin herschapen, het volk leefde gelukkig en tevreden en het juk der slavernij drukte niet meer op de ongelukkige negers. Dit alles had Paraguay aan de Jezuïeten te danken.
In het jaar 1767 werden zij door een willekeurige handeling van de spaansche regeering uit het land verdreven. Stadhouders werden aangesteld, die de Indianen als lastdieren behandelden. Alles wat in vroegere jaren met zooveel moeite en krachtsinspanning was gewonnen, ging op eenmaal verloren, en het land keerde tot den vroegeren staat van verwildering terug. Intusschen lokte het klimaat en de vruchtbare grond vele blanken naar Paraguay, zoodat het land zich bij het uitbarsten der onlusten in het vroeger spaansche Amerika reeds in 1811 onafhankelijk verklaarde. Vooral trad hierbij op de advocaat Rodiguez Francia, die in 1814 eerst voor drie jaren en later in 1817 voor zijn leven tot dictator werd verkozen. Paraguay verklaarde zich in Zuid-Amerika het eerst tot een onafhankelijken staat.