De Belgische Illustratie. Jaargang 4(1871-1872)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Midden-eeuwsche legenden, Door G. van G. 3. De wolkjes. ‘Mijn schaapjes zijn zoo zoet en rein, Zij dragen lintjes van satijn, En belletjes van zuiver goud, En springen rond in veld en woud. Uw hemel is wel schoon en goed, Maar ach mijn schaapjes zijn zoo goed, Van hen te scheiden doet zoo zeer.’ Zoo sprak Johannes tot den Heer. En Jesus sprak: ‘gij zult voortaan Als herder rond de heuvlen gaan; Uw schaapjes zullen in de lucht De wolkjes zijn in blijde vlucht, Die leliewit, met rood omzoomd, In 't blauwe veld met goud doorstroomd, Alom in eeuwigduurge jeugd Verspreiden 's hemels troost en vreugd.’ 4. De wervelwind. Hij liep, die Judas, naar den stroom En hing zijn gordel aan een boom, En sprong al vloekend in de lucht Al d' englen namen saâm de vlucht. En uit den grond met woest gebaar Kwam spottend op der duivlen schaar, Verdrong zich om s' verraders lijk En trok het vechtend door het slijk: Doch toen onstond voor 't eerst alom Een wind die draaiend scheef en krom, Vernielt wat op den weg zich vindt En wordt genoemd de wervelwind. Die wind ontstaat voordurend daar Waar zich verdoet een moordenaar; Want d' englen laten hem alleen En duivlen vechten om hem heen. Vorige Volgende