hoofdstad tevens tot sieraad zou verstrekken, was eene verontschuldiging voor het uitstel.
Dat gedeelte van de kade, hetwelk op de gravure wordt voorgesteld, zal wel, indien het werk gansch voltooid is, een der schoonste gezichtspunten opleveren. Het is de ruimte, tusschen de Westminster- en Waterloo-brug, welke hier wordt voorgesteld; niet juist zoo als zij zich thans vertoont, maar zoo als zij zich ongetwijfeld eens voor het reeds lang gewacht hebbende publiek moet opdoen.
De tuinen van Whitehall Place, het bosch van Northumberland House, het Adelphi-terras, waaraan wellicht moeite noch kosten zullen gespaard worden om door hangende lusthoven, breede en sierlijke trappen, en verrassende mengeling van bouwstijl als een nabootsing van de beroemde tuinen van Semiramis te geven; Somerset House, waarvan de aanblik nu reeds zoo prachtig is, dat alles zal de talrijke bezienswaardige gedeelten van die Londensche buurt met zoovele verrassende gezichtspunten vermeerderen.
De spoorbaan zal ongemeen ruim worden zelfs daar, waar het terrein er zich minder toe schijnt te leenen. Een reeks kolossale lantaarnen, op breede voetstukken geplaatst, en elk met een bronzen leeuwenkop versierd, zullen langs de kade, niet ver van de rivier aangebracht worden, terwijl doorloopend kettingwerk in dezelfde richting wordt gespannen. Breede trappen, sommige uitgehouwen, anderen vooruitspringende, met standbeelden en kolommen, zullen den toegang tot de rivier verleenen; waar geen landingsplaats is, zal eene schoone balustrade den buitenkant vormen. De trappen bij het Adelphi-terras zullen 60 voet in de wijdte meten. Zoo was het plan en de uitvoering zal daaraan wel beantwoorden.
Tot zoover, wat de verfraaiing betreft; het nut, dat deze nieuwe kade aanbrengt, zal wel van meer belang voor de Londenaars wezen. Eene aanmerkelijke ruimte voor passage is daardoor gewonnen. De niet zelden gestremde beweging in de drukke, op de rivier uitloopende straten, kan nu door de ruimte welke de kade aanbiedt, meer regelmatig en gemakkelijk worden. And last not least, de terreinen, welke nu en dan onder water stonden en ongezonde dampen verspreidden, zijn in aangename, gezonde wandelwegen veranderd geworden.
Het werk, voor zoover het toen deze gravure gemaakt werd, ondernomen was, strekte zich uit van de Blackfriars tot de Westminster-brug. De groote steenkolenwerven, welke sedert het bouwen van magazijnen bij de stations, niet meer onontbeerlijk zijn, worden aangekocht om plaats te maken voor de kade, zooals deze reeds gedeeltelijk afgewerkt is.
De Theems zal dus, aan zijne oevers binnen Londen, een geheel ander aanzien krijgen, vooral, wanneer de onooglijke, verward dooreenstaande huizen en loodsen, in het midden der stad, gelijk bereids de werven, gansch en al weggeruimd zijn. De Theems zal dan met andere grootsteedsche rivieren, wat ruimte en sierlijkheid van kade betreft, genoemd worden.
Terwijl thans de italiaansche regeering de kloosters te Rome aan smaad en ontwijding prijs geeft en die eerbiedwaardige gebouwen als onnutte overblijfsels van een vroeger tijdperk tracht te verwijderen, moge de gravure op pag. 92 de herinnering verlevendigen aan de heugelijke wereldtentoonstelling van katholieke kunst en nijverheid, verleden jaar in 't Karthuizer-klooster te Rome gehouden.
't Was namelijk de zuilengang van het Karthuizer-klooster op de gravure voorgesteld, die tot locaal der groote expositie ingericht was. Van welke eene uitgestrektheid dit klooster moet zijn, blijkt hieruit, dat het voor de duizenden bezoekers en de uitgestalde voorwerpen van katholieke kunst en industrie overvloedige ruimte aanbood.
De zuilengang welke honderd marmeren kolommen telt, is door den beroemden Michel Angelo ontworpen. De kunstenaar plantte er met eigen hand rondom een fontein op de binnenplaats vier cypressen, waarvan er nog drie in leven en bloei zijn en de herinnering verlevendigen aan den genialen bouwmeester.
De boring van een onderaardschen weg door de Alpen, welke een kolossale afsluiting tusschen Frankrijk en Italië vormen, werd in 1856 aangevangen en is na zestien jaren van onverdroten inspanning thans voltooid. De bekrooning van dit reuzenwerk, de plechtige opening van den tunnel door den Mont-Cénis had op 17 Sept. dezes jaars plaats. De totale lengte van de onderaardsche baan is twee en een halve mijl; men doorstoomt den berg in 21 minuten. De reizigers, die zich in den eersten trein, welke van Bardonnèche in Piëmont naar Modane in Savooie, door den tunnel snorde, bevonden, waren zeer tevreden over hunnent ocht, zij hadden noch over hitte, noch over rook of gebrek aan lucht te klagen. Het initiatief tot het boren van dezen grensweg tusschen Italië en Frankrijk werd door het piëmonteesche gouvernement genomen; Frankrijk had zich verbonden de helft der kosten te dragen.
Bij de openingsplechtigheid, waarbij de italiaansche ministers presideerden en ook een paar fransche ministers tegenwoordig waren, verscheen insgelijks de beroemde de Lesseps, ontwerper van het Suez-kanaal, die andere, gelukkig bekroonde onderneming, welke met den Mont-Cénis-tunnel den grooten handelsweg uit Noordelijk Europa naar Indië zoo verbazend verkort.
Het geheele werk van de boring des tunnels, waarvan het oorspronkelijk plan door een belgisch ingenieur de heer Maus, en een piëmonteesch geoloog, de heer Sismonda ontworpen werd, is uitgevoerd onder de leiding van een Piëmontees, de heer Grattoni, hoofd-ingenieur, die het genoegen heeft gesmaakt het einde van den kolossalen arbeid te aanschouwen. Zijne vroegere medewerkers, de heeren Sommeiller, Savooiaard, en Grandis, een Piëmontees, waren vóór de voltooiing gestorven. Wel verdient ook de naam genoemd te worden van een aannemer van wegen, de heer Médail, uit Bardonnèche, die het eerst, reeds in 1832, het plan voor een gewonen weg in dezelfde richting door den berg loopende, opvatte en tien jaren later aan de Kamer van Landbouw en Koophandel te Chambéry voorlegde. Aan den piemonteeschen minister van Openbare Werken, Paleocapa, moet, tegelijk met den beruchten Cavour, de verdienste der onderneming worden toegeschreven. Het werk is door piëmonteesche werklieden verricht.
Onze gravure stelt een der uitgangen van den Mont-Cénis-tunnel voor, van den kant van Piëmont, niet ver van de stad Bardonnèche, op het oogenblik, dat de locomotief uit den berg komt stuiven en een schel gefluit aan het tallooze toegestroomde publiek verkondigt, dat de reizigers die nog geen kwartier geleden, in Savooie zich bevonden, in Piëmont gearriveerd zijn.
De wanden en het gewelf van den tunnel, die naar het midden van den berg aan weerszijden eenigszins oploopt, zijn van steen; de uitholing of boring is van beide kanten begonnen. Het nieuwe van de uitvoering lag in de aanwending van samengeperste lucht als beweegkracht voor de werktuigen der boring. Toen de beide afdeelingen arbeiders elkander halfweg ontmoetten in het laatst van het vorige jaar, was er slechts een niet noemenswaard verschil in de middelpuntslijnen van de twee tunnels, die toen één vormden. Deze juiste en nauwkeurige aaneensluiting in het midden van den berg, zonder dat men door loodrechte uitholingen gemeenschap met de oppervlakte kon hebben, is een bewijs hoe ver men het in die soort van werken reeds gebracht heeft.
De feestelijke opening van den tunnel, waarbij, zooals gewoonlijk, tal van redevoeringen werden gehouden, gaf den franschen minister van Buitenlandsche Zaken der tegenwoordige republiek, de Rémusat, aanleiding om ook de politiek ter sprake te brengen en met veel ophef te gewagen van de opperbeste verstandhouding tusschen de beide landen, thans stoffelijk zoo nauw vereenigd en ook, volgens hem, op staatkundig terrein min of meer samengaande. Die redevoering des ministers, waarin hij van den tunnel gewaagde als van eene opening, waardoor Frankrijk en Italië elkander de hand reiken, bezorgde den scherpzinnigen franschen schrijver Louis Veuillot, stof om geheel iets anders van die opening, in betrekking tot de politiek te zeggen. In plaats dat er zoo gereedelijk een broederhand zou doorgereikt worden, meende Veuillot, dat indien Frankrijk eens een kijkje ging nemen door den tunnel, om te zien hoe het aan den anderen kant toeging, het weinig lust zou gevoelen om nader kennis te maken met de mannen, die daar in de politiek hun rol spelen. Het is te hopen, dat Frankrijk en Italië eens, en hoe eer hoe beter, gerust door den tunnel mogen kijken, zonder te vreezen dat de overzijde een onaangenaam gezicht oplevert.