Allerlei.
Het Krupp-kanon.
Nevenstaande gravure biedt eene afbeelding van het in de laatste tijden als verwoestingswerktuig zoo zeer beruchte Krupp-kanon. De afbeelding werd genomen naar een der stukken, behoorende tot de kustbatterij, waarmede de ingang der bocht van de Oostzee, op anderhalve mijl afstands van Kiel, wordt verdedigd.
De uitvinder van dit reusachtige kanon is Frederik Krupp, eigenaar van een uitgestrekte staalfabriek te Essen, 't welk door Krupp's vader in 1827 slechts met twee arbeiders werd begonnen doch weldra, vooral toen de zoon er de leiding van had overgenomen, zich tot een buitengewonen bloei verhief. Na onvermoeiden arbeid en rusteloos nasporen gelukte het den zoon stuklampen van gegoten staal in buitengewonen grootte te vervaardigen, zoodat hij op de wereldten toonstelling van Londen in 1851 een stutklamp van 45 centenaars leverde, terwijl tot dusverre zelfs een klomp gegoten staal van 20 centenaars bijna iets ongehoords was. Hierdoor opende zich voor de ontwikkeling zijner industrie een geheel nieuwe baan. Krupp breidde zijne fabrieken hoe langer hoe meer uit en gedurende het jaar 1865 wist hij in zijne werkplaatsen te Essen alleen aan meer dan 9000 arbeiders werk te verschaffen.
In het jaar 1846 vatte hij het plan op tot de uitvinding der kanonnen, welke naar zijnen naam zijn genoemd en waarvan hij op de tentoonstelling te Londen de eerste proeven leverde. Pruisen's koning heeft niet nagelaten door eeretitels zich voor de diensten aan hem door den vervaardiger van het moordwerktuig bewezen, erkentelijk te toonen, doch de brieven van adeldom, hem door koning Wilhelm aangeboden, heeft de groote industrieel geweigerd.
Het kanon op onze gravure voorgesteld is een zes en negentig ponder. De loop, welke twintig voet lang is, heeft in 't midden 3¾ voet in doorsnede, terwijl de ziel, dat is de inwendige holle ruimte, 9 duim diameter heeft.