De Belgische Illustratie. Jaargang 3(1870-1871)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Nummer 51] DE LANGSLAPER. De langslaper. ‘t Zonlicht, rijzend aan de kimmen, Jaagt het nacht'lijk schimmenheer Voor zijn stralenglans en luister Naar zijn duist'ren schuilhoek weêr, ‘t Voog'lenheer vermengt zijn zangen Met der bijen dof gegons; ‘t Is een morgengroet den Schepper, ‘t Is der dieren Vader-Ons. Suisend ruischt het morgenkoeltje, Wekt den trouwen ochtendboô, Die zijn wekstem, vroolijk galmend, Tot den luiaard richt op 't stroo. Maar geen pracht, als 't eerst ontwaken Van de welige natuur, Maar geen glans van 't stralend zonlicht In het gulden morgenuur, [pagina 402] [p. 402] Geen gekraai bij 't ochtendkrieken Jaagt den luiaard uit de rust, Hij is dood voor 't schoonste leven, Voor den reinsten levenslust. Als den ezel gaat het velen: Luiheid schaadt zoo menigeen! En - wat door haar wordt verloren Vindt de naarstigheid alléén. A.P. Vorige Volgende