en wekken bij den vreemdeling de hoogste verbazing op. Twee personen kunnen, om zoo te spreken, naast elkander naar boven klimmen, met elkaar spreken, maar zonder elkander te ontmoeten. Twaalf andere groote trappen en eene menigte kleinere, in de dikke muren uitgehouwen, geven toegang tot de vertrekken op al de verdiepingen. Het getal der kamers, die van schoorsteenen voorzien zijn, bedraagt 440. Vroeger waren zij met koninklijke pracht gemeubeld en versierd met schilderstukken en beelden van de grootste fransche schilders en beeldhouwers, doch de revolutie heeft al die kostbaarheden vernield, en aan het kasteel Chambord kleeft, behalve zijne architectonische waarde, niets meer dan zijne historische herinneringen.
Nadat het onder Frans I voltooid was, ging diens opvolger Hendrik II voort met het te versieren; hij bezocht dikwerf het kasteel, waarvan elke steen hem aan zijn vader herinnerde. Katharina de Medicis hield zich hier zooals elders veel bezig met de ijdele wetenschap der sterrewichelarij. Ook de volgende koningen toonden voor het prachtige kasteel groote voorliefde; Lodewijk XIV verscheen er met al de pracht, waarmede hij zich zoo gaarne omringde, en deed er Molière zijne voornaamste stukken opvoeren.
Onder de regeering van Lodewijk XV had Chambord twee vreemde meesters, Stanislas Leczinski en Maurits van Saksen. De koning en de koningin van Polen woonden er gedurende acht jaren en stichtten den omtrek door hunne deugden. De nagedachtenis van Stanislas wordt onder de boeren van Chambord nog altijd in zegening gehouden. In 1733 verliet hij het in de hoop den poolschen troon te zullen beklimmen, maar het ongeluk vervolgde hem, en hij moest zich vergenoegen met de hertogdommen Bar en Lorraine.
In 1748 na den slag van Fontenoy werd het kasteel Chambord aan den maarschalk van Saksen gegeven. Deze leefde er geheel als militair. Dagelijks hield hij wapenschouwingen over zijne twee regimenten ulanen, waarvoor paarden uit de Ukraine ontboden werden. Oude wapenmakkers, schrijvers en kunstenaars vormden een soort van hof om den maarschalk, wiens ijdelheid zichtbaar gestreeld werd door de eerbewijzingen, die men hem aanbood. Maurits stierf in 1750; hij was een beroemd krijger maar een man van een zedeloos karakter.
In het begin dezer eeuw kreeg Chambord een nog beroemder krijger tot meester in Napoleon I, die het onder de bescherming van het Legioen van eer plaatste. In 1809 kwam het weder aan de kroon, om eenige maanden later als eene nationale belooning aan Berthier, prins van Wagram, geschonken te worden. Tien jaren later kreeg de weduwe van Berthier van Lodewijk XVIII verlof het te verkoopen; en nu kwam het ten gevolge van eene nationale inschrijving als een geschenk aan den hertog van Bordeaux, in wiens bezit het sedert gebleven is.
Na eene ballingschap van veertig jaren mocht deze eindelijk met zijn geboortegrond ook zijn kasteel wederzien, bij welke gelegenheid hij het manifest heeft uitgevaardigd, dat de laatste dagen wereldbekend gemaakt hebben.