De Belgische Illustratie. Jaargang 3
(1870-1871)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De– AuteursrechtvrijDe krekel en de mier.Ga naar voetnoot1)Kriek, die heel den zomertijd
Zich met zingen had verblijd,
Zag met schrik de herfst verschenen,
Zelfs geen wormtjen, wáár zij zocht,
Dat den honger stillen mocht...
Mier zal wel een kruimtjen leenen
Uit haar volle voorraadschuur!
Kriekjen loopt naar miertjen-buur:
‘Help,’ zoo sprak zij, ‘tot de lente
Mij grootmoedig aan de kost!
Woord van eer dat schuld en rente
Binnen 't jaar zijn afgelost.’
Maar, wat mier te wenschen liet,
Leenen was haar zwak juist niet.
‘Ei, wat hebt gij,’ ving zij aan,
‘Heel den zomer toch gedaan?’
‘Wel, ik heb uit al mijn macht
Trouw gezongen dag en nacht.’
‘Trouw gezongen,’ zeî de mier,
‘Wel dat doet mij groot pleizier.
'k Heb een goeden raad voor u:
Zingen deedt ge? Dans dan nu!’
Wees niet zorgloos! Als ge ziet,
Egoïsten helpen niet.
‘Goede raad?’ - Och, lieve man,
Goede raad, wie eet daar van.
|
|