Allerlei.
De twee jongste soldaten van het duitsche leger.
Toen de oude Frits zijn zevende levensjaar had bereikt werd hij aan de handen zijner opvoedsters onttrokken en overgegeven aan gouverneurs, die hem hadden op te leiden tot een goed christen, een spaarzaam gastheer en een goed soldaat. Over dit laatste punt luidden de instructiën van Frederik Wilem I, zijn vader: ‘in het bijzonder hebben de beide gouverneurs zich alle moeite te geven om aan mijnen zoon de ware liefde tot den soldatenstand in te boezemen en hem in te prenten dat niets ter wereld een prins zooveel roem en eer vermag te geven als de degen, en dat hij voor de wereld een verachtelijk mensch zal zijn, wanneer hij dien stand niet alleen bemint maar daarin ook alleen zijn roem zoekt.’
Vijf jaren daarna kon de jonge prins, voor wien een bijzondere cadetten-compagnie was opgericht, reeds zijne jeugdige strijders in de beste houding voor den koning van Engeland doen paradeeren.
Maar deze militaire opvoeding was niet voor den ouden Frits alleen bestemd; na hem heeft iedere prins van Pruisen in zijne jeugd den wapenhandel als een hoofdvereischte voor zijne opvoeding moeten aanleeren. Het is eene in Pruisen's geschiedenis bekende anecdote dat, toen de vorige koning zich op zijn 10en geboortedag - den 15en October 1805 - aan zijne moeder, de koningin Maria Louisa, voorstelde voor het eerst in zijne uniform, deze hem toevoegde: ‘ik hoop, mijn zoon, dat op den dag, waarop gij van dezen wapenrok gebruik zult maken, het uwe eenige gedachte zal zijn om uwe ongelukkige broeders te wreken.’ Twee jaren later - op den 22en Maart 1807 - was de tegenwoordige duitsche keizer eveneens tien jaren oud en verscheen hij ook in zijne uniform voor zijne koninklijke ouders.
Aan dien dag moet zich de grijze vorst wel herinnerd hebben toen op den 27en Januari 1869 zijn kleinzoon, vermoedelijk Duitschlands derde keizer, zich op zijn tienden geboortedag bij hem met den militairen groet in de volgende woorden aanmeldde:
‘Luitenant prins Frederik Willem, ingetreden in de eerste compagnie van het eerste garderegement te voet!’
Eveneens zal hij er zich aan herinnerd hebben, toen hij onlangs op zijne wandeling denzelfden jeugdigen prins in het Wildpark ontmoette.
Zoodra de keizer hem tot op weinige schreden genaderd was, maakte de jeugdige Fritz met den meesten ernst een militairen groet en bleef vervolgens onbewegelijk staan. De keizer riep hem bij zijn naam en deed hem eene vraag op den vriendelijksten toon. Het kind antwoordde op nieuw met den militairen groet en nam daarop weder zijn onbewegelijke militaire houding aan; de grootvader sloot hem lachend in zijne armen en riep: Das Militär zit er reeds in.
Dezen jeugdigen luitenant stellen wij hier aan onze lezers voor en tegelijk met hem den nog jeugdiger neef - Frederik Karels zoon - prins Frederik Leopold van Pruisen. De laatste, in wiens scherpen, doordringenden blik de Duitschers zoo gaarne het evenbeeld zijns vaders terugvinden, trad eerst den 14 November 1870 zijn zesde levensjaar in, maar reeds toont hij zich trotsch op zijn sleepsabel, als besefte hij al den roem door zijn vader op het oorlogsveld verzameld.
PRINS FREDERIK WILLEM VAN PRUISEN.
PRINS FREDERIK LEOPOLD VAN PRUISEN.