veld der verwoesting zelve vriend en vijand elkander de broederhand te zien toereiken. Gewonde Franschen van allerlei wapens, zouaven, cavalerie, voltigeurs, zijn door 't ongeluk verbroederd met hen, wien zij vóór weinige oogenblikken nog den dood hadden gezworen. Het hoofd en de ledematen met doeken omwonden, met de verbrijzelde beenen op stoelen uitgestrekt of afgemat op hunne krukken leunend, gevoelen zij zich gelukkig onder de vriendelijke hoede der duitsche strijders, die hunne wonden verbinden, hun troost en moed in 't hart spreken, en medelijdend levensmiddelen en de verkwikkende pijp tabak met hen deelen.
Door de medelijdende liefde en zorg der ambulancen werden in de omstreken van Straatsburg verschillende dier ijzingwekkende tafereelen voorkomen, waarvan helaas het overig gedeelte van 't oorlogstooneel maar al te zeer getuige was en welker vreeselijke bijzonderheden het lot van duizenden onverzorgde gewonden en stervenden met huivering doet gedenken. Zoo verhaalt o.a. het dagboek van het Nederl. Roode Kruis, dat men op eene plaats acht en veertig uren na een gevecht overal sneeuwhoopen zich zag bewegen - het waren gewonden en gevallen krijgers, die met het witte doodskleed van den sneeuw bedekt stuiptrekkend tegen den dood worstelden.
Doch, ofschoon de naastenliefde in den Elzas zich roemrijk van hare taak kweet, de verwoesting welke er de oorlog aanrichtte, blijft een onuitwischbare schandvlek in de geschiedenis onzer eeuw. De verschillende episoden, welke wij op meerdere plaatsen reeds omtrent de belegering en het bombardement mededeelden, getuigen dit genoegzaam.
De insluiting van Straatsburg geschiedde van af den 11 tot aan den 17 Aug. door de badensche troepen. Daarop werden deze door pruisische divisiën versterkt en nam de generaal Von Werder het opperbevel over in plaats van den generaal Von Beijer, die de nauwere insluiting der stad den 24 Aug. voltooide. Op dezen dag nam het beschieten der stad een aanvang, en met eene tusschenruimte van acht uren, gedurende welke de bisschop van Straatsburg te vergeefs van den pruisischen bevelhebber genade voor de ongelukkige bewoners afsmeekte, duurde het bombardement drie volle dagen. Op den 27 Aug. kwam het nieuwe belegerings-materieel aan en werd er een aanvang gemaakt met het vormen der eerste paralel ter bestorming der stad. Reeds den 2 September werd de tweede paralel op ongeveer 300 schreden van de vestingwerken getrokken; op dezen dag had tevens de belangrijkste uitval der belegerden plaats, die echter geheel werden teruggeslagen; den 12 Sept. was de derde paralel tot het schieten der bres in gereedheid en den 24 Sept. waren niet minder dan 146 getrokken kanonnen en 83 mortieren in werking om den weg ter bestorming voor te bereiden. Een verdere weerstand bleek nu den heldhaftigen verdediger Ulrich vruchteloos en onmogelijk te wezen, zoodat hij zich genoodzaakt zag op den 27 Sept. tot eene eervolle capitulatie over te gaan. 't Was op denzelfden datum van het jaar 1681, dat de generaal Montclar in naam van koning Lodewijk XIV van de duitsche rijksstad bezit nam.
Bij de verdediging van den Elzas tegen de Vereenigde duitsche troepen heeft de stad St. Marie-aux-Mines door haren heldhaftigen weêrstand tevens eene historische vermaardheid verkregen. Een der drie groote kasteelen, welke de vallei in de nabijheid van dit dappere stadje beheerschen, is het fort Girsberg op onze gravure voorgesteld. Het is geheel van rooden granietsteen gebouwd en schijnt als 't ware een geheel te vormen, met de rots, waarop het staat. Het gezicht op den Girsberg, hetwelk wij hier onzen lezers aanbieden, is genomen van den kant van 't kasteel St. Ulrich en strekt zich over de Rijn-vallei uit; de bergen, welke zich in de verte verheffen, zijn die van het groothertogdom Baden.