Een woord aan den lezer.
Het bloedige pleit is beslist; het woord des franschen volksdichters: ‘van af de grenzen van dit land is schier geen koornaar bloedvrij’, 't is in al zijne vreeselijkheid op Frankrijk in toepassing gebracht; lange dagen en bange nachten, als op het ambulance-bed uitgestrekt, heeft Frankrijk met koortsachtig oog en brandende wang het einde zijner crisis verbeid, uit al de poriën stroomde het bloed van 't arme land. Maar ook de overwinnaar zal, zoo lang er menschelijkheid bestaat, nimmer de wonden vergeten, welke deze ‘glorierijke maar bloedige oorlog’ aan 't zegevierend Germanië geslagen heeft. Voor Frankrijk en Duitschland beide, was 't als balsem het hemelsche woord der engelen: ‘pax vobiscum! vrede zij met u!’
In duizenden harten heeft dit woord de bronwel der vreugde doen vloeien. Hier ijlt een dapper krijger verheugd huiswaarts, om gade en kroost aan 't hart te drukken en den zegen zijns grijzen vaders te ontvangen. Ginds voert de jongeling zijne verloofde naar 't altaar; in vroolijke reien begroet de lustige jeugd de wederkeerende lentebloesems des vredes of begeeft zich de ijverige landman naar den verlaten akker, om er door noeste werkzaamheid weder den zegen des hemels op te zien schitteren. - Ziedaar eenige der liefelijke tafereelen welke ons 't eerste verschijnen van de zon des vredes aanbiedt.
Met de nevenstaande heerlijke gravure, welke deze eerste uitwerkselen des vredes voorstelt, beginnen wij de voortzetting van de beschrijving der groote krijgsgebeurtenissen, waarmede wij in de vier nommers van het bijvoegsel ‘de Oorlog’ dezen jaargang openden.
‘Moge het ons gegeven zijn,’ zoo besloten wij toenmaals onze beschrijving, ‘datgene later breedvoerig te behandelen, wat wij thans slechts ter loops konden aanduiden en er de heuchelijke tijding te kunnen bijvoegen, dat de werken des vredes in de plaats van de gruwelen des oorlogs zijn getreden!’
Vooral in den laatsten tijd werden wij door een overgroot aantal inteekenaren op de Belgische Illustratie aan deze onze belofte herinnerd. Schier onophoudelijk zijn wij aangezocht eene voortzetting van de geïllustreerde beschrijving des oorlogs in ons tijdschrift op te nemen.
Wij waardeeren ten hoogste deze belangstelling van het publiek. Wij achten het als een bewijs te meer van de opgewektheid en deelneming die het medelijdende volk van België bezielt voor de groote belangen der menschheid.
Reusachtige krijgsgebeurtenissen, groote feiten toch hebben ten allen tijde de belangstelling en rechtmatige volksgeestdrift opgewekt. Het reusachtige der krijgstochten, de omvang der veroveringen, de kunst van veldslagen te winnen, de luister der zegepralen, de verdienste van overwonnen zwarigheden en onderdrukte gevaren, de slopende propaganda der verwoesting, de wonderdadige werking der goddelijke Voorzienigheid, de lotswisselingen van volken en individuën - dat alles voorzeker kan niet met onverschilligheid door edele harten worden voorbijgegaan. Zij voelen zich van den eenen kant gedrongen de gewelddadigheden der veroveraars onzer eeuw te verafschuwen, gelijk zij die leerden verfoeien in een Attila of in den dolzinnigen overwinnaar van Darius, die eens Azië in de asch legde. Doch tevens doet de geschiedenis hen bewonderend het oog ten hemel verheffen en de Voorzienigheid aanbidden, die uit den donkersten chaos der verwoesting het lichtspoor eener eeuw van Pericles of Augustus, uit de vreeselijkste woelin-