De Belgische Illustratie. Jaargang 3

[Nummer 30]

In de vogeezen.

Hoe afkeerig de bevolking van den Elzas was van den pruisischen veroveraar kan men zien op bijgaande gravure, welke ons de boeren uit de Vogeezen voorstelt op het oogenblik dat zij een detachement Pruisen aanvallen. Iedereen, zelfs de vrouw die het geweer laadt niet uitgezonderd, is een vijand van den indringer en er op uit om hem zooveel schade te berokkenen als maar mogelijk is. Hoeveel afbreuk de boeren van de Vogeezen aan het pruisische leger gedaan hebben, door zijne transporten te lichten, verspreide veldwachten dood te schieten, kleine detachementen aan te vallen, zullen wij misschien nimmer te weten komen, maar dat de vijand die verliezen gevoelde blijkt helaas maar al te wel uit de steeds uitgesproken en meedoogenloos uitgevoerde doodvonnissen tegen alle boeren, die men als medeplichtig aan eenigen aanval herkende.

IN DE VOGEEZEN.

Bij de thans aangenomen vredesvoorwaarden worden vijf departementen, te zamen de oude provincie Elzas uitmakende, benevens Metz en

[p. 234]

eenige vestingen, aan de Pruisen afgestaan. Deze provincie, een der rijksten van Frankrijk, beslaat eene oppervlakte van 150 vierkante mijlen met ruim anderhalf millioen inwoners. Haar bezit is vooral daarom belangrijk voor Duitschland omdat zij de sleutel is van Frankrijk hetwelk zonder zijne vestingen in het oostelijk gedeelte ten allen tijde voor een inval openligt Vóór den Westfaalschen Vrede in het jaar 1648 behoorde de Elzas aan het Duitsche Rijk; bij dien vrede werd eerst een gedeelte aan Frankrijk afgestaan, totdat Lodewijk XIV in 1681 Straatsburg bij verrassing wegnam, zoodat eindelijk de geheele Elzas bij Frankrijk werd ingelijfd. Niettegenstaande de duitsche taal in den Elzas nog steeds de volkstaal gebleven is, waren zijne bewoners zeer gehecht aan Frankrijk; zij golden steeds als de vurigste voorstanders der Bonaparten.