[Nummer 27]
De berg Carmel.
DE BERG CARMEL.
Bijgaande gravure geeft eene voorstelling van een der schoonste bergen van Palestina. Men ontmoet dien, wanneer men het stadje Cana, waar Jezus Zijn eerste wonder verrichtte, verlatende, over het eertijds bloeiende, thans vervallen Séphoris den weg neemt naar de nog altijd aanzienlijke stad Ptolomaïs (St. Jean d'Acre), aan de Middellandsche Zee gelegen, en inzonderheid door de kruistochten zeer bekend geworden. Van den berg Carmel heeft men een heerlijk gezicht over een wijden omtrek. Aan zijne voeten ziet men de golven der Middellandsche Zee het strand bespoelen en de visscherspinken en andere vaartuigen dragen, welke den handel met Azië onderhouden en vermeerderen. Rondom zich heen ziet men een uitgestrekt paradijs, waar een eeuwige lente schijnt te heerschen. Zoo naakt en kaal de rotsen en bergen van Judea zijn, zoo dicht begroeid en liefelijk gelegen zijn die van Galilea. De Doode Zee, welke de eerste, de Middellandsche welke de laatste bespoelt, brengen genen dood, dezen leven aan. Misschien koos de Zaligmaker een der toppen van het galileesche gebergte, toen hij de acht zaligheden ging verkondigen, omdat de schoone natuur het hart Zijner toehoorders tot zoete rust en kalmte kon stemmen, welke zoo noodig zijn om het verhevene en zaligmakende dier ontzaglijke waarheden eenigermate te kunnen beseffen.
De hellingen van den Carmel zijn altijd met groen en bloemen bedekt. Onder dicht geboomte zijn dorpen verscholen, wier bewoners overvloed van voedsel voor hunne kudden vinden. Boschjes en boomgaarden worden afgewisseld door tuinen, waar alle zuidelijke vruchten groeien, door akkers waar gerst, maïs, en andere gewassen welig tieren. Alles ademt hier vrede en kalmte, en de Christenen, welke hier leven, zouden volkomen gelukkig zijn, zoo zij niet voortdurend te lijden hadden van roofzieke pacha's, welke er een vermaak in schijnen te scheppen de bronnen van de nationale welvaart te doen opdroogen. De H. Schrift heeft tegelijk met de glorie van den Libanon de schoonheid van den Carmel verkondigd door den mond van den profeet Isaïas: Gloria Libani data est ei: decor Carmeli et Saron. ‘De glorie van den Libanon is haar gegeven, de pracht van den Carmel en den Saron.’
Is thans voornamelijk de berg Carmel beroemd en het doel van alle reizigers, welke Cana bezoeken door, het schoone klooster van O.L. Vrouw, bewoond door Carmelieten, bij het joodsche volk was hij het, wijl hij langen tijd het verblijf was van den propheet Elias. Hier maakte deze godsgezant de priesters van Baäl beschaamd, welke de Israëlieten tot afgoderij poogden te verleiden. Hij liet hun een altaar bouwen en vervolgens vuur van hun god afsmeeken om het offer te verteeren, maar Baäl was en bleef doof. Nadat de priesters een ganschen dag op Baäl gewacht hadden, bouwde ook Elias een altaar, legde er een offer op aan Jehova, en op zijn gebed daalde er vuur uit den hemel, hetwelk het offer verslond. Elias moest vluchten voor de woede van Jesabel, Achabs huisvrouw, maar keerde later op den berg Carmel weder, waar hij een school vestigde, welke in de geschiedenis beroemd is geworden. In den berg zijn meer dan 2000 grotten uitgehold, waarin de propheten en later de christelijke monniken en kluizenaars de glorie van God bezongen.