Vertrek van vreemdelingen uit Parijs.
Parijs, waar sinds eeuwen de grootste tragedies der wereld opgevoerd werden, beleefde ook in den tegenwoordigen oorlog treurtooneelen, bij welker herinnering zelfs in de afgelegenste landen de harten beven en de tranen in de oogen komen.
Een dezer episoden is 't onderwerp der nevenstaande gravure. 't Is het vertrek van vreemdelingen bij den aanvang van de belegering der fransche hoofdstad. Duizenden menschen, welke wellicht na jaren zwoegens eindelijk te Parijs door de zegeningen des vredes in staat waren gesteld om het brood voor zich zelven en hunne kinderen te verdienen zagen plotseling de bronnen hunner welvaart verstopt en moesten huis en broodwinning prijs geven, om elders eene twijfelachtige toekomst te gemoet te treden.
VERTREK VAN VREEMDELINGEN UIT PARIJS.
Dit lot trof onder velen een duitsch winkelier, welke door zijne winstgevende nering op een der druk bezochte boulevards ruimschoots in 't onderhoud van vrouw en kinderen mocht voorzien. De vrees voor de ontwaakte hartstochten des volks, om overal spionnen te zien, deed ook hem eigen levensbehoud boven het verlies zijner fortuin stellen. De vreeselijke slag, welke hem had getroffen, gepaard met de zorgen en ontberingen, welke het arme gezin op reis had te verduren, bracht den vader, toen men aan de duitsche grenzen was genaderd, op den rand van 't graf; de laatste geldelijke middelen werden aangewend om hem, welke de eenige steun en hoop van vrouw en kinderen was, in 't leven te behouden; doch te vergeefs; de ongelukkige bezweek, en der arme verlaten weduwe bleef niets over dan zich in handen der politie te stellen ten einde met haar kroost naar een armen-colonie te worden gezonden of als bijzondere gunst een bedelbrief te verkrijgen, welke haar de vrijheid schonk het genadebrood van huis tot huis te gaan vragen.