De brand van Moskou.
Jn den loop der wereldgeschiedenis komen meermalen gebeurtenissen voor welke door haar ontzaglijk gewicht een niet te beschrijven invloed op het lot van landen en volkeren uitoefenden en zoo zichtbaar de hand Gods aan den dag brachten, dat zij als met een ijzeren stift in het geheugen der volken en individuën gegrift werden. Voornamelijk hebben wij hier het oog op de verwoesting van wereldsteden, van koninginnen zou men mogen zeggen, welke tot in verwijderde oorden hare macht op zedelijk of materieel gebied uitstrekten. Zoo zullen de belegering van Parijs, de inneming van Rome, twee steden, welke Europa, ja de wereld beheerschten, de twee gebeurtenissen zijn uit de 19e eeuw, welke tot in het verste nageslacht door den vader aan den zoon als gebeurtenissen verhaald worden, welke in het lot en den toestand der volken een ontzettende verandering aanbrachten. Zulke gebeurtenissen gaan nimmer uit het geheugen; zij worden spreekwoordelijk, dringen door tot in de laagste klassen der bevolkingen en blijven het voorwerp van eindelooze beschouwingen. Wie weet niet iets te verhalen van de verwoesting van Jerusalem, ofschoon die voor 18 eeuwen plaats had? Wie kan niet medespreken van de vernieling van Saragossa of den brand van Moskou, feiten uit de nieuwe geschiedenis, maar welke toch reeds 60 jaren oud zijn? Men wordt niet moede aan die geduchte feiten te herinneren of er over te spreken, men wil er altijd meer van weten en de nieuwsgierigheid is nooit verzadigd.
Dit gedacht bewoog ons om hier een blik te werpen op den brand van Moskou, welke het teeken gaf voor eene reeks van jammeren voor het overweldigende fransche keizerrijk, terwijl hij tevens het begin was der vrijheid van meer dan de helft van Europa hetwelk tot daa toe onder den ijzeren schepter van Napoleon I gezucht had.
Met onbeschrijflijke opgewondenheid werd het leger van Napoleon vervuld, toen het op den 14 September 1812 aan den horizon de stad Moskou zag verschijnen. Na tallooze vermoeienissen en ontberingen geleden te hebben, zou het hier eenige rust en verademing vinden en zich tot nieuwe tochten kunnen voorbereiden. Naderbij gekomen, zag het Moskou met duizend kleuren getooid, een landschap bezaaid met kasteelen, kerken, torens, paleizen en houten hutten. Die grootsche stad verwezenlijkte alles wat de fabels van de oostersche steden hadden kunnen verhalen.
Een rij van kloosters met torens versterkt omringde de stad, in wier midden zich eene sterke vesting verhief van een uur in omvang en van wallen en torens voorzien, een soort van kapitool, hetwelk tegelijk een tempel Gods, het keizerlijk paleis en een gevangenis voor misdadigers bevatte en op zijne majestueuse koepels het teeken droeg, hetwelk de geheele geschiedenis van Rusland wedergeeft - het kruis boven de omgekeerde halve Maan. Deze vesting was het Kremlin, het nationale heiligdom der Russen, het oude verblijf der Tsaren.
Ook Napoleon werd bij het beschouwen van Moskou door innige ontroering aangegrepen; hij had Caïro, Memphis, den Jordaan, Milaan, Weenen, Berlijn en Madrid als overwinnaar gezien! Tot het toppunt zijner macht geklommen, geraakte hij, zoo als Thiers zegt, in een soort van bedwelming, vergat alle bedenkingen, welke het gezond verstand, het eenige geweten van den veroveraar, hem sedert twee maanden voorwierp en geloofde weder dat zijne onderneming grootsch en bewonderenswaardig en dat zijn plan om van Parijs naar Moskou op te rukken, hoewel de winter niet ver af was, reeds door de gevolgen gerechtvaardigd en met den besten uitslag bekroond was.
Hij meende nu dat de overheid der stad zich, om genade smeekend, aan zijne voeten werpen zou; en wachtte den geheelen namiddag op de overgaaf van de sleutels der stad, maar te vergeefs. Niemand verscheen om hem dezelve aan te bieden. De voorhoede drong de stad in en vond haar verlaten. De groote veroveraar stond verstomd. De stilte des grafs werd slechts gestoord door dieven, welke als hyena's naar buit zochten. Napoleon waagde het niet tegen den nacht de zwijgende, geheimzinnige stad, welke door zijne onverzoeulijke vijanden ontruimd was en menige hinderlaag in haren schoot verbergen kon, binnen te treden.
Nadat het leger den nacht buiten de stad had doorgebracht, deed Napoleon op den volgenden dag, den 15 September 1812, zijne intrede aan het hoofd zijner onoverwinnelijke legioenen. Deze hadden voor de eerste maal alleen zich zelven tot getuige bij een zegepralenden intocht. Het maakte een ontmoedigenden indruk op hen. Op het Kremlin aangekomen, klom Napoleon onmiddellijk op het dak van den hoogen toren, om zijne verovering te overzien. Langzaam kroop de Moskowa met vele kronkelingen door de keizerstad. Zwarte vogels, raven en kraaien, fladderden krijschend bij duizenden boven de daken der paleizen en kerken en gaven de stad een zonderling aanzien, dat scherp afstak bij hare levendige kleurenpracht. Een somber stilzwijgen, alleen door den stap der soldaten en het gedreun der artilleriewagens afgebroken, heerschte in de stad, welke vóór twee dagen nog een der levendigsten der wereld was en 300,000 zielen telde. Niettemin beschouwde Napoleon het als een groot geluk haar in zijn macht te hebben.
De huizen waren gevuld met levensmiddelen van allerlei aard, de paleizen boden al de genietingen aan welke de uitgezochtste weelde had kunnen uitdenken; officiers en soldaten geloofden dus een tijd lang in overvloed en genot te zullen kunnen baden. Maar op eens stegen uit de uitgestrekte regeeringsmagazijnen, welke met spiritus en brandewijn opgevuld lagen, ontzettende rookwolken op. Men bluschte den brand, welken men aan de onvoorzichtigheid der soldaten toeschreef. Doch schier op hetzelfde oogenblik stond de groote Bazar in vuur en vlammen, in welk gebouw zich de kostbaarste artikelen der kooplieden uit Moskou bevonden. Het gebouw met zijne onmetelijke schatten lag weldra in de asch. Nog hadden de Franschen geen achterdocht.
Op dezen dag volgde de eerste en eenige nacht, welke de overwinnaars in Moskou doorbrachten. Reeds in den avond had zich eene sterke wind verheven, welke des nachts in kracht toenam. Plotseling snorden vuurpijlen door de lucht, schier onmiddellijk daarop stegen vlammen op tien, twaalf plaatsen uit de huizen op, grepen met snelheid om zich heen, en in de houten huizen overal een gemakkelijk te verslinden voedsel vindende, slingerden zij zich als vurige slangen door de verschillende wijken. In vele huizen ontploften granaten, welke in ovens gelegd waren, en wondden of doodden de ingekwartierde soldaten. Men zag mannen met boevengezichten door de straten loopen en met fakkels en lange ijzeren stangen, waaraan brandende lonten waren vastgemaakt, overal brand stichten. Men greep hen en ontrukte hun door bedreiging met den dood de verschrikkelijke bekentenis dat graaf Rostopschin bevolen had Moskou te verbranden.
Rostopschin, de russische gouverneur van Moskou, was een man van een vurig, hartstochtelijk karakter, vol onverzoenlijken haat tegen de Franschen en bezield met eene aan dweepzucht grenzende vaderlandsliefde. Toen het russische leger de stad ontruimde om haar niet aan eene bestorming door de Franschen bloot te stellen - want de russische generaal Kutusow wilde Moskou sparen, door het zonder gevecht aan de Franschen over te geven - nam Rostopschin het vreeselijke besluit den gehaten vijand slechts een puinhoop over te leveren, waarin niets gevonden zou worden hetwelk tot voeding en onderhoud des legers strekken zou. Maar hij begreep dat hij de uitvoering van het plan onmogelijk maakte, als hij het aan anderen meêdeelde. Nooit zou keizer Alexander er in hebben toegestemd; geen generaal zou er de verantwoordelijkheid van op zich genomen en de inwoners zouden er zich waarschijnlijk tegen verzet hebben. Daarom verborg Rostopschin den wreeden aanslag in het diepste zijner ziel. Maar onder voorwendsel van eene tegen het fransche leger gerichte helsche machine in een zijner tuinen op te stellen, hoopte hij er eene menigte brandstoffen op, waarvan niemand het eigenlijke doel begreep. Toen het oogenblik van de ontruiming der stad gekomen was, beval hij al de inwoners Moskou te verlaten en mede te nemen wat men vervoeren kon, onder bedreiging van de zwaarste straffen tegen hen, welke verzuimen zouden zijn bevel te volbrengen. Alles vluchtte wat vluchten kon. Slechts in den laatsten stond deed hij alle brandspuiten wegvoeren en maakte eenige vertrouwelingen met zijn geheim plan bekend, terwijl hij hun de noodige bevelen en aanwijzingen gaf om het tot den algemeenen ondergang der Franschen ten uitvoer te brengen. Hij deed hun de kerkers openen, liet de gevangenen, waaronder de ergste misdadigers waren, voor zich komen, en beloofde hun de vrijheid indien zij zijne bevelen stipt volbrachten. Aan hun hoofd plaatste hij een aantal politieagenten, welke voor de hun opgelegde taak naar zijn oordeel volkomen berekend waren. Waarlijk, zulk een ongehoord plan kon alleen door misdadigers worden uitgevoerd.
De openbaring van het vreeselijk geheim vervulde het geheele fransche leger met angst en ontzetting. Heer en meester van Moskou te zijn en dan voor zijne muren zonder proviand te moeten bivouakkeeren was geen zeer opbeurende gedachte. Alle brandstichters, welke men meester was geworden en nog vangen kon, werden doodgeschoten, neêrgesabeld of opgehangen. De soldaten wilden den brand blusschen, maar er waren geen brandspuiten te vinden. De wind werd heviger, de vuurzee met ieder oogenblik uitgestrekter. Het leger, wilde het niet verstikken en verbranden, moest de stad verlaten.
Terwijl de soldaten poogden het vuur zijne prooi te ontrukken, sliep Napoleon in het Kremlin. Men had het aanvankelijk niet gewaagd hem