De Vijverberg te 's-Gravenhage.
Een der schoonste wandelingen binnen het aan fraaie gezichtspunten zoo rijke 's-Gravenhage, - de nederlandsche Koningstad van heden, ‘het schoonste en grootste dorp der geheele wereld’ van vroeger - is de Vijverberg met zijn bekoorlijk waterstuk en zijn rijkdom van gebouwen en boomen. Het is daarenboven de plaats waar de hoogste belangen des lands besproken worden, want men vindt de meeste raadzalen van 's lands collegies saamgebracht in de ommiddellijke nabijbeid van dit door zich zelf reeds bekoorlijk gedeelte dier residentie. Aangezien het onwillekeurig elken bezoeker het behoorlijkste genot verschaft zal eene getrouwe afbeelding eveneens niet onwelkom zijn en ziedaar de reden welke er ons toe deed besluiten om in eene houtgravure den Vijverberg te ‘s-Gravenhage aan onze lezers voor te stellen.
De plaats waar de Vijverberg met het Binnenhof zijn gelegen mag als de bakermat van de residentie beschouwd worden, want daar is het dat Graaf Willem II, Roomsch-koning, een jachthuis in het groote grafelijke bosch heeft gebouwd. Floris V had van zijn vader diens voorliefde voor zijn jachthuis geërfd en hield daar dikwijls verblijf. Zoodoende was de eerste grondslag voor ‘s-Gravenhage gelegd. Reeds eene eeuw later was het jachtverblijf der hollandsche graven tot een aanzienlijk dorp aangegroeid, waar vele schoone straten werden gevonden als de Vijverberg, - aldus genaamd naar den Vijver die, waarschijnlijk op last van Floris V, daar gegraven werd, - het Tournooiveld enz. die allen met schoone huizen bezet waren.
Het oude grafelijk slot, thans meer bekend onder den naam van het Binnenhof, heeft in den loop van zijn bestaan weinig of geen veranderingen, althans wat het uiterlijke betreft, ondergaan. Nog steeds is het een der eerwaardigste gedenkstukken uit den grafelijken tijd dat eenige aanspraak mag maken op zijn vroegere faam als meesterstuk van bouwkunst uit de dertiende eeuw. De oude namen zijner zalen en poorten zijn meestal veranderd, zoozelfs dat de vroegere benamingen tegenwoordig geheel onbekend zijn. Door drie poorten - welke den naam dragen van de Stadhouderspoort, de Mauritspoort en de hofpoort - komt men van het Buitenhof op het binnenplein van het gebouw. Tegenover de Stadhouderspoort vindt men reeds dadelijk de beroemde oud-gothische ridderzaal door den Roomsch-Koning Willem II gebouwd en welke men in vroegeren tijd - wel met eenige overdrijving - vergeleek met Salomon 's tempel. Zij is op eene lengte van 37,5, eene breedte van 18,8 en eene hoogte van 20,5 meter met zooveel kunst gebouwd dat geen pilaar noodig was om het dak te stutten dat uit eene vreemde soort van eikenhout, welke men vroeger voor cederhout hield, vervaardigd is. Grootsche maar ook treurige herinneringen zijn aan deze zaal verbonden, want in 1290 stelde Floris V daar zijn orde van St. Jacob in, in 1581 werd er de spaansche heerschappij in den persoon van Filips II afgezworen en in 1619 was het ook uit deze zaal dat de beroemde raadspensionaris, de grijze Oldenbarneveld, het schavot beklom. Van 1815 tot 1840 werden in deze zaal de trekkingen gehouden der staatsloterijen.
Aan de linkerzijde der stadhouderspoort is de hofkapel die waarschijnlijk ook haar eerste ontstaan aan den Roomsch-Koning Willem II te danken heeft en later meer bekend was onder den naam van Maria ten Hove of ten Haage. Na de hervorming diende deze kapel tot bijzondere hofkerk der Staten van Holland; zij brandde af in 1643 maar werd spoedig herbouwd, was fransche Kerk van 1684 tot 1807 en werd toen aan de Katholieken afgestaan.
Naast de hofkapel is de Treveskamer, aldus geheeten ter gedachtenis aan het bestand (in 't Fransch trêve) van 12 jaren in 1609 tusschen de Staten en Spanje gesloten, welk bestand in deze kamer geteekend werd. Langen tijd heeft zij gediend tot vergaderzaal der Eerste Kamer.
In het Binnenhof vindt men nog de vergaderzalen der Tweede Kamer in de voormalige danszaal, thans de troonzaal, van den Hoogen Raad der Nederlanden en van den Raad van State, het rijksarchief, staatssecretarie, enz.