De Belgische Illustratie. Jaargang 3
(1870-1871)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De– Auteursrechtvrij
[pagina 44-45]
| |
1.‘'t Voorwaarts!’ klinkt van 's veldheers lippen.
En als 't loeien van de orkaan
Stijgt een krijgsschreeuw uit de scharen,
Die noch bloed, noch leven sparen,
Jub'lend sneven voor hun vaan.
| |
2.Onder 't knett'ren der mitraille,
Die slechts dood en onheil zaait,
Onder 't dond'ren der kanonnen
Vliegen pijlsnel de kolonnen
Waar de krijgsoogst dooden maait.
| |
3.Voorwaarts, dapp'ren, immer voorwaarts!
Zulk een moed is helden waard.
't Veld van eer door u betreden
Wordt u nimmer afgestreden!
Schoone lauw'ren, die gij gaart!
| |
4.'t Strijdros deelt zijns meesters krijgslust,
't Deelt zijn dapp'ren krijgsmansmoed,
't Hinnikt van een wild genoegen,
't Snuift bij 't trapp lend veldbeploegen
Dat een stofwolk rijzen doet.
| |
5.'t Licht uit 's vijands dichte drommen;
't Flikkert dreigend keer op keer.
En eer 't buld'ren zich doet hooren
Stort, als 't afgemaaide koren,
Paard en ruiter zielloos neêr.
| |
6.Halt! ontlast u van de dooden
Snel als 's vijands moordend schroot!
En weêr voorwaarts, dapp're helden;
Ga uw moed den vijand melden:
‘Zie, wij staan tot in den dood.’
| |
7.Voorwaarts, ziet, der dooden schimmen
Smeeken weêrwraak voor hun bloed;
Als een dichte hagelregen
Vliege uw schroot den vijand tegen;
Jaagt den dood hem te gemoet.
| |
8.Zóó gewint men krijgstropheeën
Op het bloedig veld van eer!
Maar... met rood gekreten oogen
Smeekt de menschheid diep bewogen:
God, zend dra den vrede neêr!!
A.P. |
|