De Napelsche jongen.
De napelsche jongen leeft in de open lucht, want in de liefelijke luchtstreek van zuidelijk Italië is een huis voor velen een voorwerp van overtollige weelde.
Zijne groote donkere oogen zijn veelal gericht op de water-meloenen, die langs de openbare wegen verspreid wassen, en met een flinke snede dier rooskleurige, zwart gestippelde watervrucht doet hij zijn maaltijd met gezonden eetlust in een of ander naburig kerk-portaal.
Hij heeft over 't algemeen weinig zin om te werken, maar indien hij door een paard vast te houden of door een visschersschuitje schoon te maken, de geringste koperen munt kan verdienen, dan blijft hij niet in gebreke zich aanstonds voor zijn verdienden penning macaroni te koopen en is gelukkig als een koning.
Hij woont ongemeen gaarne eene processie bij, is altijd bij de excercitiën der soldaten, en heeft hij eene processie of eene parade bijgewoond dan praat hij dagen lang over 't geen hij gehoord en gezien heeft.
Elke echte napelsche jongen kan zwemmen als een visch en in het water vreest hij geen levensgevaar en doorklieft de zonnige, blauwe golven vlug als een dolphijn. Wanneer zij maar in 't water kunnen plassen, dan leven de jeugdige schalken en in gansche troepen ziet men hen dikwerf in de ondiepe grachten der openbare wegen hand aan hand zingend en springend.
Een dier napelsche bengels stelt ons nevenstaande gravure voor, die naar eene overheerlijke photographie is vervaardigd van de Photographische Vereeniging te Berlijn.