De prinses van Wallis.
De bijgaande gravure biedt het portret van Engeland's toekomstige koningin, de prinses van Wallis, Alexandra Carolina Maria Charlotta Louisa Julia, geboren den ln December 1844, dochter van Christiaan IX, koning van Denemarken.
Buitengewoon is de populariteit, die de vorstin onder het engelsche volk geniet, dat haar om hare beminnenswaardigheid van karakter met zooveel trots ‘de bruid van den erfgenaam der koningen van de zee’ noemt. Vooral hare eenvoudigheid van levenswijze vond de meest algemeene sympathie en deed voor een groot gedeelte in 't land der lords de stijve en vervelende wetten der oude zoo dwaze hof-etiquette verdwijnen. Niet zelden oefende dan ook deze eenvoud van karakter, die met eene bijzondere menschlievendheid gepaard gaat, den weldadigsten invloed uit zoowel op de hoogere kringen der aristocratie als op de mindere standen. Zoo bijv. zouden de hoogadellijke engelsche ladies zich vroeger deerlijk geschaamd hebben, om hunne vingeren tot eenig vrouwelijk handwerk te bezigen, met uitzondering slechts van een fijn borduurwerk of het maken van een bloemruiker of iets dergelijks. De prinses van Wallis vernietigde op behendige wijze dit vooroordeel; zij vervaardigde met veel zorg eene muts waarmede zij op een verjaardag hare schoonmoeder, de koningin, verraste; de aardige verrassing der prinses vond algemeenen bijval en goedkeuring, het mutsenmaken werd een fashionabel en vermakelijk tijdverdrijf voor de hoogadellijke dames en hierdoor werd tevens menige arme huisvader in staat gesteld, om voor weinige shillings mutsen voor zijn echtgenoote en kinderen te koopen, die vroeger bij de vreemde modemaaksters bijna met guinjes moesten betaald worden.
Doch oefende de toekomstige koningin van Engeland door haar verrassend geschenk een heilzamen invloed uit, zij zelve ontving op haar verjaringsfeest een geschenk dat gewis voor haar eene gewichtige leering bevat, namelijk een volmaakt facsimile van het wonderbare kruis, dat koning Valdemar weleer op de borst plaatste zijner toekomstige koningin Dagmar en dat zich thans nog in haar doodskist te Ringsted bevindt. Aan dat kruis is eene legende verbonden. ‘Wat zal ik u voor een geschenk aanbieden?’ vroeg eens bij zijne tehuiskomst de oorlogzuchtige vorst aan zijne beminde bruid; zij antwoordde hem: ‘geef den gevangenen de vrijheid weder, en onthef de landlieden van de zware belastingen hunner landerijen.’ De koning willigde haar verzoek niet in doch gaf haar dit kruis. Dagmar hield echter niet op hare bede te herhalen en de legende verhaalt, dat toen de monarch van een groote overwinning huiswaarts keerde en blijde de straten zijner hoofdstad binnenreed, de jeugdige Dagmar in haar paleis dood werd gevonden. Valdemar sprong van zijn paard en ijlde naar zijne bruid, hij kon het niet gelooven, dat zij dood was, driemaal riep hij haar naam met diezelfde stem, waarmede hij aan 't hoofd zijner vreeselijke legers over dood en leven beschikte; hij bad en smeekte haar één woord, één enkel woord nog tot hem te richten. Dan geschiedde een wonder; hare oogen openden zich, zij schitterden helderder dan ooit, daar zij het licht des hemels hadden gezien, vol vertrouwen herhaalde Dagmar hare vroegere bede: ‘bevrijd de gevangenen en ontsla de landlieden van de Zware belastingen hunner landerijen,’ en sloot toen voor immer weder oogen en lippen.
Rijk aan leering voorzeker is deze schoone traditie voor de toekomstige koningin van een land, waar de nijpendste armoede zoo vaak tegenover de overdadigste weelde staat, en waar vooral de arme landman door onrechtvaardige en zware belastingen jaar in jaar uit moet werken en toch nauwelijks voor vrouw en kinderen het streng noodzakelijke kan verdienen. Hierin verandering te brengen, het lot vooral van den armen landman te verbeteren, ziedaar eene edele taak voor de menschlievende vorstin van Wallis, waarvoor haar voorzeker Albions zonen immer dank zullen weten en haar met geestdrift het nationale lied zullen toezingen:
‘Royalty is thine, where a keel may roam.’
And thy fair flag floats over every sea! d.i.:
‘Het koningschap is uw deel, waar een schip slechts mag dobberen.’
‘En uwe luisterrijke vlag wappert over alle zeeën!’