| |
| |
| |
Allerlei.
De klokkenvogel
of, zooals zijn latijnsche naam in de natuurlijke historie luidt, de Chasmarynchus nudicollis, is een der merkwaardigste vogels welke den mensch bekend zijn. Zijn vaderland is Zuid-America, maar ook daar is hij zeldzaam. Het eerste levend exemplaar dat in Europa is gezien, bevindt zich in den ‘Dierentuin’ te Londen. Het is een vogel ter grootte eener lijster, met glanzend, witte veêren, en wiens keel, van veêren ontbloot, uitwendig groen van kleur is zooals ook de ringen om zijn oogen.
Een engelsch natuuronderzoeker zegt van den klokkenvogel ongeveer het volgende: zijne stem klinkt luid en klaar als de toon eener klok en men kan zijn geroep tot op drie engelsche mijlen afstands hooren. Men ziet den zeldzamen vogel slechts in het dichte loover van het bosch of op den bodem van een uitgedroogd moeras. Zijn geluid overtreft dat van alle vogels. Zoowel des morgens en des avonds als op den dag dreunt het geroep van den klokkenvogel door de bosschen. Onverwachts meent men den slag eener klok te vernemen, die zich met eene korte tusschenpoozing tot driemalen toe herhaalt, waarna eene langere stilte van eenige minuten volgt. Nooit ziet men hem in gezelschap van andere vogels en het is nog onbekend in welk gedeelte van Guiana hij zijn nest bouwt.
| |
Middel tegen natte muren.
Men beplante de muren van buiten met klimop. Deze plant zuigt alle vochtdeelen van de lucht en de fondamenten op en, groot geworden, beschut zij den muur nog bovendien tegen den regen.
| |
Om het geloof.
Een beruchte dief zat gevangen en ontving het bezoek van een heer, ontving het bezoek van een heer, aan wien men de inrichting liet zien. De heer vroeg hem waarom hij gevangen zat. ‘Om het geloof, mijnheer’ was het antwoord. ‘Om het geloof? Om welk geloof?’ vroeg de heer. ‘Ik geloofde.’ antwoord de dief, ‘dat al wat ik zag het mijne was.’
| |
Mozart en Haydn.
- Haydn bezocht eens zijnen vriend Mozart en liet zich onder het praten ontvallen dat hij zich sterk maakte alle compositiën van zijnen vriend op het eerste gezicht zonder fout te spelen. ‘Daaraan twijfel ik zeer,’ antwoordde Mozart. Het kwam tot eene weddenschap, waarbij bepaald werd, dat de verliezende partij dien avond de Champagne geven zou. Mozart haalde een zijner stukken dat er bijzonder gemakkelijk uitzag. Haydn plaatste zich voor de piano en speelde zonder fout door tot op de helft van het stuk. Hier hield hij eensklaps op en zeide: ‘Wat is dat nu, Mozart? Ik moet hier met beide handen aan het einde der piano accoorden aanslaan en tegelijk een toon gebruiken midden op de piano, dat is ondoenlijk.’ Lachend plaatste zich Mozart voor de piano speelde zijn stuk tot aan gemelde plaats, boog eensklaps met het hoofd naar beneden en sloeg met zijn tamelijk langen neus den bedoelden toon aan, waarop hij het stuk ten einde speelde. Haydn verklaarde gaarne verloren te hebben en onderwierp zich aan de bepaling der weddenschap.
| |
Een onfeilbaar middel
tegen het beschadigen van perzikboomen door mieren is een ijzeren staaf te nemen en die aan het einde eenige malen te omwinden met een linnen doek, welke gedoopt is in petroleum; deze wordt aangestoken en aldus brandend onder de boomen gehouden. Dit heeft ten gevolge, dat niet alleen de mieren onmiddellijk verdwijnen, maar zelfs dat zij niet meer terugkomen.
| |
Scheikundige mededeelingen. - Koolstof.
(Vervolg.)
Diamant.
Gewoonlijk vindt men diamant in opgeslijkte en aangewassen gronden, ontstaan na de verwoesting van oude rotsen, wier overblijfselen, door de wateren weggevoerd, zich hebben saamgehoopt in valleien en vlakten. Om de weinige diamanten in die brokstukken te ontdekken, moet men zorgvuldig groote zandmassa's wasschen en schiften. Oost-Indië, Brazilië en de Ibral bezitten de voornaamste diamantgronden. De rijkste mijnen zijn in het district Tynco (Brazilië), waar zich diamanten, smaragden en topazen bevinden. Door diamant versta men hier de witte edelgesteenten; smaragden zijn groen, topazen geel. Opgenoemde plaats werd ook de beroemde diamant van de portugeesche kroon gevonden door drie veroordeelden, die tengevolge hiervan op vrije voeten werden gesteld. Één karaat (gehalte) geslepen diamant berekent men op fr. 200 à fr. 300, vijf karaat soms fr. 6000. Één karaat kleine diamanten, die voor slijpen en polijsten van grootere en voor glassnijden gebruikt worden komt op fr.20 à fr. 40. De zoogenaamde Régent, een diamant der fransche kroon van 136 karaat kostte den Hertog van Orleans ½ millioen francs en staat op den inventaris opgegeven ter waarde van 12 millioen. Men verhaalt, dat een rajah van Mattan op Borneo er een bezit van 400 karaat; terwijl er elders nog een ander bestaan moet van 1720 karaat. De hardheid van diamant is zeer groot; dit moet men eenter niet verstaan, als ware diamant niet stuk te slaan, doch alleen onder het opzicht, dat het op de hartste stoffen krassen maakt. Tot dusverre heeft men diamant enkel door een galvanischen stroom lenig kunnen maken; vloeibaar echter wordt zij niet, maar gaat tot gas over. De diamantslijperijen van Amsterdam zijn wereldberoemd.
| |
Potlood.
Potlood is een looderts, plumbago genaamd, dat Engeland en Siberië vooral opleveren. Ofschoon plumbago, even als diamant, van kool gevormd wordt, hebben beide toch zeer verschillende eigenschappen: diamant is doorschijnend en boven alles schitterend en hard, plumbago integendeel zwartachtig grijs van kleur, een weinig blinkend en zeer gemakkelijk te snijden en te verwerken.
| |
Coke.
Steenkool, die door gloeiing in een gesloten ruimte ontdaan is van haar gas en pekachtige zelfstandigheid, wordt coke genoemd. Het vlamt niet zooals steenkool, omdat de verbranding, die het reeds ondergaan heeft, de water- en koolwaterof heeft doen verloren gaan; bovendien brandt het met zulk eene hooge temperatuur, dat er enkel kooloxyde gevormd word, kenbaar aan de blauwe vlam. De glas- en ijzerdeelen, die, in glas- of ijzerfabrieken, na de verbranding van coke of steenkool, met de asch overblijven, branden niet meer, omdat het grootste gedeelte van de kool en waterstof er uit is. Om dezelfde reden kunnen steenen ook niet branden, doch hierbij komt nog, dat de steenelementen reeds in verbinding zijn met zuurstof.
|
|