Aan de meisjes.
In het onlangs te 's-Hertogenbosch bij den uitgever Henri Bogaerts, verschenen boek van onzen geachten medewerker Dr. J. Renier Snieders, Mentor, verspreide aanteekeningen over volksgeneeskunde en gezondheidsleer.,) komt onder ander een artikel voor, onder bovengemelden titel, hetwelk wij ter lezing aanbevelen terwijl het tevens de aandacht zal inroepen op een boek, dat de faam des schrijvers des te hechter vestigen zal.
Ik heb er lang over nagedacht, of ik het onderstaande wel aan mijne lezers of liever mijne lezeressen wilde mede deelen.
Wanneer men over dingen spreekt, die de vrouwen onmiddellijk raken, dient men met omzichtigheid te werk te gaan.
Het geldt hier een kleedingstuk dat ik, indien ik alleen baas was, niet gaarne zoude afschaffen; de helft der bevolking van de beschaafde wereld zoude als één man tegen mij opstaan.
Het kleedingstuk, waarvan ik hier een enkel woord wilde zeggen, is het keurslijf.
Nu, ik ben toch niet van voornemen, juist tegen het corset zelf op te komen; ik wilde mijne lezeressen slechts een oogenblik onderhouden over het sterk toerijgen.
De meisjes vinden dat gemakkelijk; ik voor mij zou denken op de pijnbank te liggen, indien ik slechts gedurende een dag, dat baleinen harnas, somtijds met stalen borstplaat voorzien, om 't lichaam kreeg.
De meisjes vinden het schoon dat men haar lichaam tot op de dikte van eenen arm bijeentrekt; ik voor mij, wanneer ik dat verdund lichaam beschouw, denk ik aan het vezelachtige lijf der wespen en hommels, en vind dat al het bevallige en voornamelijk al het natuurlijke van 's menschen lichamelijke vormen, verdwenen is.
Denkt gij niet dat de goede God, die zooveel gedaan heeft, om van de vrouw iets schoons te maken, haar ook dien fijnen wespenvorm had gegeven, indien zulks werkelijk schoon moest heeten? Ja zeker.
Maar de behaagzieke vrouw vindt het werk des Scheppers onvolmaakt en legt er zich steeds op toe, hetzelve op hare manier te voltooien.
Welke zijn nu de onvermijdelijke gevolgen, wanneer die breede schroef van balein en staal u al te vast om het lichaam zit?
Vooreerst is de omloop van het bloed in de aders, in - en onder de huid gelegen, stellig verhinderd.
Zekere klieren zijn dermate vast gedrukt, dat zij gevaar loopen, hunne natuurlijke werking te moeten opschorsen en eindelijk ziek te worden.
Zekere bewegingen van het bovenlijf kunnen niet meer, dan met moeite plaats grijpen, en menige spier verliest door die gedurige drukking hare onmisbare veerkracht.
De ribben drukt gij te samen, verkleint de borst - en buikholte, en duwt de daarin liggende organen dermate opeen, dat hunne werking belemmerd is; de longen, het hart, de maag, lever en milt liggen tegen elkander gedrukt en werken niet meer gemakkelijk en vrij, zoo als de wijze natuur dit gewild heeft.
De spijsvertering is grootelijks verhinderd door die zijdelingsche drukking op de maag, (meisjes, ik roep u tot getuigen of ik de waarheid zeg!) en de omloop van het bloed in de buikholte, die hoogst gewichtige levensbewerking, is niet meer vrij.
Hebt gij bij geval een longgestel, hetwelk, bij invallende verkoudheid of andere oorzaken, zich lichtelijk tot tering konde zetten, dan gewis is die gedurige drukking, eene aanleiding om uwe lichtgeraakte borstorganen ziek te maken. En dan, (maar de meisjes durven toch niet klagen) hoe dikwijls geeft die aanhoudende, en steeds verder gebrachte, drukking geene aanleiding tot lastige hartkloppingen, verstikkende beklemmingen, bezwijmingen en andere ongemakken!
Ik heb er gekend die er niet op zagen, zich de huid door een felle drukking weg te schaven en zich niet beklaagden, dat het opgestegen bloed een begin van geraaktheid of eene erge bloedspuwing veroorzaakte. Neen, liever al dien last gedragen en zelfs een werkelijk gevaar onderstaan, dan het modecorset ter zijde te leggen.
Ach, hoor ik zuchtend vragen; en zoude men zich dan niet meer mogen inrijgen? Ja wel, luistert, doch ik betwijfel grootelijks, of gij wel genegen zijt mijne raadgevingen te volgen: draagt een keurslijf dat nooit sterk genoeg toegetrokken wordt om u te hinderen, en dat liever al de organen des lichaams in hunne natuurlijke werking volkomen vrij laat.
Het keurslijf moet op de vormen des lichaams, als 't ware gemoduleerd zijn, doch nooit de minste drukking daarstellen.
Kinderen mogen het volstrekt niet dragen en de meisjes, dat gevaarlijk kleedingstuk nooit aantrekken voor dat zij den ouderdom van vijftien jaren bereikt hebben. Ouders, ik raad u daarop te waken; het geldt hier niet alleen de gezondheid van uwe kinderen, maar ook de regelmatige ontwikkeling en schoone vorming der lidmaten.