Roovers.
Onwillekeurig herinnert men zich bij het beschouwen der nevenstaande gravure, de bloedige gebeurtenis, die vóór eenige weken plaats had nabij de vlakte van Marathon, sinds vele eeuwen beroemd door de overwinning van den griekschen veldheer Miltiades op de Perzen, wij bedoelen den moord, door de grieksche roovers op de engelsche touristen lord Vynen, lord Herbert en den italiaanschen gezantschapssecretaris Boyle gepleegd. Grooten indruk heeft die gebeurtenis in Europa gemaakt; zij bracht alle regeeringen, en niet het minst de engelsche, in beweging, en de dagbladen vulden er dagelijks geheele kolommen over. Het is hier de plaats niet om te beslissen of zij aanleiding kon geven tot gevolgen, als welke door sommige bladen gevreesd werden, en waardoor zelfs de europeesche vrede in gevaar zou worden gebracht; eene politieke beschouwing over het feit zou tot zonderlinge en voor de moderne beschaving weinig vleiende gevolgtrekkingen kunnen leiden; wij willen ons slechts bezig houden met den moord en de lieden, die dezen pleegden.
Merken wij allereerst op dat de moord gepleegd werd door roovers.
Eene juiste uitlegging te geven van roovers is zoo gemakkelijk niet, als men wellicht meenen zou. De omstandigheden leggen groot gewicht in de schaal. Wanneer de wandelaar op den eenzamen weg door een booswicht overvallen, uitgeplunderd en vermoord wordt, dan is men gewoon te zeggen dat de moord bedreven is door een roover. Een eerzuchtig minister daarentegen, die zich van zijnen koning meester maakt, hem in de gevangenis werpt of ter dood laat brengen, en daarna zijnen troon inneemt, word dikwijls als een groot man beschouwd. Noemde men hem een roover, men zou majesteits-schennis begaan. De benden, die in de 16e eeuw de kloosters in Nederland en België plunderden, werden als rooverbenden beschouwd en als zoodanig door de bevoegde macht behandeld; de Vendeërs daarentegen, die hunnen vijanden nadeel toebrachten waar zij konden, en de Spanjaarden, die van uit hunne bergholen de troepen van den franschen keizer bestookten, worden door de geschiedenis als vaderlandslievende mannen vereeuwigd. De roovers van Marathon hebben zich de verachting van duizenden en duizenden op den hals gehaald, maar zal later onderzoek misschien bevestigen wat door velen nu reeds wordt geloofd, namelijk dat zij handelden op aansporing van eene partij in het grieksche Parlement, dan, al mochten zij den dood niet ontgaan, hebben zij bij hun sterven misschien het vooruitzicht nog gehad dat eenmaal hun naam zal vereeuwigd worden.
Hieruit volgt dat de roovers moeten onderscheiden worden in twee soorten, namelijk de gewone roovers, meestal met den naam van bandieten bestempeld, en de politieke roovers, of de zoodanigen die handelen in den dienst van eene partij ter bereiking van een politiek doel. Meestal wordt de laatste soort uit de eerste gevormd; maar ook veranderen de laatsten soms in de eersten.
Van beide gevallen geeft Italië ons het voorbeeld. De ellende, door de hedendaagsche beschaving over dat land gebracht, heeft vele ongelukkigen, die broodsgebrek leden, aan den huiselijken aard onttrokken, en ze verdreven naar bosschen en bergkloven, waar zij in hun onderhoud voorzien door de berooving der reizigers. Met de toeneming dier beschaving is ook het getal dezer roovers en wel op ontzettende wijze vermeerderd, zoodat thans de Apennijnen weêrgalmen van de geweerschoten der roovers. Deze mannen, die niets te verliezen maar bij eenen anderen stand van zaken alles te winnen hebben, laten zich gaarne gebruiken door de revolutionaire partij, die den ondergang van het koningschap voorbereidt, en zwerven nu in benden vereenigd door vele streken van Italië om den bestaanden toestand te doen eindigen en de revolutie te doen zegevieren.
Maar ook het omgekeerde heeft in Italië plaats. Men weet dat bij de verjaging van den Koning van Napels een aantal zijner getrouwe onderdanen de wapenen aangrepen, om de Piemonteezen uit het land te verdrijven. Zonder bekende opperhoofden en zonder behoorlijke organisatie namen zij aldra het karakter aan van politieke rooverbenden. De Piemonteezen hadden veel van, hen te lijden, maar hunne overheersching bleef een feit. En daar hun haat tegen de strijders voor de rechten van Koning Frans hen tot de wreedheid dreef van allen te vermoorden, die hun in handen vielen, durfden weinigen naar den huiselijken haard keeren; de meesten bleven het rooversbedrijf voortzetten en velen onder hen verlaagden zich onder verschillende omstandigheden tot verachtelijke roovers, die een schandelijk leven boven eenen eervollen dood verkozen.
Die wisseling van het karakter der rooverbenden is in de geschiedenis van Italië niet zeldzaam, ja, de geheele geschiedenis der middeleeuwen levert er talrijke sporen van. Men kende in vroegere dagen geen staande legers; een vorst riep soldaten op, wanneer hij ze noodig had, en nam ze aan, uit welk land zjj kwamen. Hun dienst nam met den oorlog een einde. Dan zochten zij een anderen vorst op, maar dewijl zij dezen niet altijd konden vinden, namen zij dikwijls het roovershandwerk op en maakten bosschen en wegen onveilig, die zij weder verlieten, zoodra de oorlog de strijders opriep.
Paus Sixtus V maakte aan de rooverijen in den Kerkelijken Staat