Allerlei.
Een nieuwe straatlocomotief.
Reeds eenmaal hebben wij op blz. 112 van den eersten jaargang der Illustratie gesproken over eene locomotief, welke geen vooraf bereiden weg, dat is geen spoorstaven, behoeft om toch met voldoende snelheid en kracht een zeker getal wagens over de straten, zelfs over kiezelwegen en bouwland voort te trekken. Wij komen er hier nogmaals op terug, waartoe eene nieuwe uitvinding, welke veel meer waarborgen van welslagen aanbiedt dan de vorige, ons de gelegenheid geeft. Bijgaande gravure stelt ons de straatlocomotief van Thomson voor op het oogenblik dat zij een kolentrein sleept, waartoe zij in Engeland reeds vrij menigvuldig gebruikt wordt; hare raderen zijn met een sterk bekleedsel van caoutchouc omgeven, waardoor het harde stooten, dat een straatlocomotief noodwendig moet veroorzaken grootendeels wordt weggenomen, men zou ze dus kunnen vergelijken met de pooten eens olifants die eveneens van onderen met een dik en zacht bekleedsel belegd zijn.
Daar zulke locomotief als trekkracht ook op het bouwland kan aangewend worden zou zij kunnen dienen om de ploeg en andere landbouwwerktuigen in beweging te brengen, - waartoe men vroeger een dubbelen trekker gebruikte aan de beide uiteinden van het bouwland geplaatst, - ‘mijnheer, er zal spoedig een donderbui over u losbreken.’ De officier trok heel koelbloedig zijn degen en antwoordde: ‘als de donderbui komt, heb ik altijd toch hier een goeden bliksemafleider.’