De kleine schoolmeester.
Het leven der kinderen is vol tegenspraak. Welk een vreugde vervult het huis, wanneer de vacantie begint, zelfs wanneer slechts een buitengewone vrije dag in de week komt? En wat bittere teleurstelling, wanneer zoodanige feestdag op een Zondag, in plaats van op een werkdag invalt!
En toch hebben de meeste kinderen de school lief. Gaat het oudste kind ter school, zoo willen de jongeren het gaarne vergezellen, zelfs de kleine guit die het eene beentje nog moeielijk voor het andere kan zetten, zoekt uit de verschillende boeken eene schoolkaart, neemt die onder den arm en wandelt daarmede, met een zeker vertoon van geleerdheid, de kamer rond, de kleine student gaat den denkbeeldigen weg tot de denkbeeldige school.
Veel merkwaardiger is echter nog de lust om schooltje te spelen. Niet slechts stille bedaarde meisjes, bij welke men zulks het eerst verwachten zou, maar ook de meest levenslustige en wilde jongens kennen geen grooter pret.
De zucht alleen tot navolging is niet in staat dezen zonderlingen lust genoegzaam te verklaren.
De voornaamste reden, waarom kinderen zoo gaarne het bedrijf van een schoolmeester nabootsen, ligt misschien in het streelende gevoel van zelf eens te schoolmeesteren na zoo lang geschoolmeesterd te zijn.
De kleine schoolmeester der nevenstaande gravure biedt ons het tafereel eener dergelijke vreugde.
Hoe goedhartig de jongen met zijn breedgeranden hoed en reusachtige klompen ook uit zijn groote oogen ziet, het dirigeeren met den stok schijnt hem toch een zeer aangename taak. Dat hij dien in de linkerhand houdt, mag niemand verwonderen, nooit als een fout van den teekenaar beschouwd worden; schoolmeesters zijn dikwijls linksch in het hanteeren van hun scepter en dit biedt dan vooral een voordeel aan,