Op eene der talrijke
audientiën welke de H. Vader geeft en waarbij de goedheid en minzaamheid van den verheven Priestervorst uitschitteren bevonden zich onlangs twee jonggehuwde Belgen. De dame, die in het bijzijn van Zijne Heiligheid zich niet op haar gemak gevoelde, hield den arm van haar echtgenoot stevig vast. De Paus kwam eindelijk bij hen en sprak:
‘Gij zijt nog niet lang getrouwd, niet waar, mijne kinderen?’
‘Voor drie weken, H. Vader.’
‘Ik zie het wel want gij zijt zeer aan elkander gehecht.’
Wat ernstig en wat blij geheim
Zegt Jantje aan kleenen Piet?
Slechts de onschuld weet wat de onschuld zegt,
De hond verklapt het niet.
De dame denkende dat zij tegen de étiquette gedaan had door op haar echtgenoot te leunen, liet haastig den arm los. ‘Neen, neen,’ hernam de H. Vader, ‘blijft steeds aan elkander gehecht, dan geeft gij een go d voorbeeld.’