Een proeftocht op de Pacific-spoorbaan.
Reusachtig, zoo als de geheele Staten-Vereeniging van Noord-Amerika zelve, is de onderneming der Pacific-Spoorbaan, die over het amerikaansch Vasteland henen den Atlantischen Oceaan met de Stille Zuidzee in verbinding stelt. Deze grootste van alle spoorbanen, welke vóór bijna een jaar voor het publiek verkeer is opengesteld, moet een wonderwerk heeten zoo zij in al hare deelen genoegzame zekerheid, voldoende veiligheid voor het verkeer aanbiedt. Men beeft dit punt betwist; over en weêr zijn beschuldigingen ingebracht en als onwaar gelogenstraft; hierover te oordeelen zou dus gevaarlijk zijn, hoewel door de ondervinding de tegen de baan ingebrachte beschuldigingen niet schijnen bevestigd te worden.
Allen zijn het nogtans eens op dit punt dat genoemde baan van veel invloed zal zijn op den handel en het verkeer, en tevens ook op den toestand van de nog wilde Indianen wier prairiën zij doorsnijdt. Men stelle zich eene streek voor in rechte lijn geheel den afstand van Lissabon naar Petersburg metend, waarin men niets te zien krijgt dan grenzelooze prairiën, bosschen, rotsgebergten en die in alle richtingen door grootere en kleinere stroomen doorsneden wordt. Hier wonen de Indianen, voor wie het licht der beschaving nog niet is aangebroken; meestal kenmerken zij zich door hunne vijandschap jegens de blanken die hunne prairiën overweldigen en hen hoe langer hoe meer in een kleiner bestek samendringen. Het is waar die vijandschap moet ons niet verwonderen; te gering toch is het getal van hen die er op uit zijn het wezenlijk geluk dier arme volkstammen te bevorderen, te groot dat van hen die door hunne gewelddadigheden, bedriegerijen enz. den haat jegens de blanken bij die ongelukkige natuurkinderen hebben opgewekt. Weinig konden de ijverige missionarissen, die voor de bekeering en trapsgewijze beschaving der Indianen hun leven opofferen, uitrichten, tegenover den noodlottigen indruk die het slecht gedrag van vele blanken op de wilden moest maken. De vraag doet zich nu voor of voor den Indiaan de nieuwe spoorbaan een weg en hulpmiddel tot beschaving zal worden. Eene moeilijke vraag aan wier oplossing wij ons hier niet zullen wagen, daar zij te veel plaats zou vragen, in het kort bestek waarover wij kunnen beschikken. Wij zijn verplicht haar aan de oplossing van den, tijd over te laten die gewis zal leeren of de Pacific-Spoorbaan tot nut of rampspoed, tot bloei en beschaving of tot algeheelen ondergang van den Indiaan zal strekken.
Wij geven hier in het kort weder wat een van hen, die in October 1867 een proeftocht op de Pacific-Spoorbaan mede maakten, daarover in zijn dagboek aanteekende.
Het was op den 23en October van gemeld jaar dat de Staatscommissie, door de regeering der Vereenigde-Staten benoemd om de lijn en haren aanleg te onderzoeken en er rapport over uit te brengen, in gezelschap van eenige ingenieurs te Omaha den trein beklom om een proeftocht op de baan te houden. Ik slaagde er in mij in hun gezelschap te doen opnemen en zoo mocht ik het genoegen smaken een der eersten deze nieuwe baan, althans gedeeltelijk te bereiden. Behalve de kommissie en de ingenieurs bestond ons gezelschap, uit eenige heeren, wien het even als mij gelukt was zich daarbij aan te sluiten.
Reeds stond de trein gereed om te vertrekken; wij stapten in, maar nog waren wij niet gezeten of de machine zette zich in beweging. In America gaat alles snel, vliegend zelfs, ook bij een proefrid over eene nog niet bereden baan welke men moet onderzoeken; het scheen dat dit geheel onderzoek slechts een experimentum in anima vili was, zooals onen een dier gebruikt bij eene proefneming, waarvan men de gevolgen voor een menschenleven vreest. De commissie, de ingenieurs en het gezelschap, waarbij ook ik mij had ingedrongen, zouden proefondervindelijk moeten bewijzen of de baan goed of slecht was; kwamen wij er heelhuids af dan was het zeker dat de baan goed mocht heeten, verloren we er een arm of been of zelfs het leven, dan was het een onomstootdijk bewijs dat er nog eenige verbetering in de baan moest gebracht worden. Pijlsnel vloog de machine over de rails; nu begon ik eerst goed mijn toestand in te zien, ik was bevreesd en geen wonder; ieder oogenblik konden wij door eenig onvoorzien gebrek in de baan derailleeren, van eene brug storten, in een afgrond neêrvallen enz. met het stellige vooruitzicht van nooit meer aan vriend of maag iets van dezen halsbrekerstocht te kunnen navertellen.
Altijd vloog de machine voort, somtijds nog met versnelde vaart wanneer wij, zooals ik later begreep een gevaarlijk punt naderden. Op het aangezicht van hen die mij omringden kon ik echter niet het minste teeken van vrees lezen; dit stelde mij langzamerhand ook eenigszins gerust en nu begon ik zoo als zij, mij over te geven aan het onderzoek, niet der baan, hieraan kon en wilde niemand denken, maar van de vlakten en bosschen, bergen en rivieren, in één woord van de landstreek door welke wij werden voortgesleurd, 't Geen ik zag voerde mijne verbazing ten top over de reuzenkracht van een volk, bij wiens ondernemingsgeest zeker die van geen volk der wereld kan vergeleken worden. Nu voerde de baan ons door eene onafzienbare vlakte, dan weêr door bergpassen, ginds over stroomen, hier over afgronden van eene duizelingwekkende diepte; vooral merkte ik er eene op die mij de baren van schrik deed te berge rijzen. Het was in eene bergpas van het Rotsgebergte; de baan, aan weêrszijden door hooge en steile rotsen ingesloten, liep over een viaduct van verbazende hoogte; beneden ons zagen wij de toppen der pijnboomen uit het dal, dat zich aan den uitgang van de bergpas vormde, opschieten; de baan scheen juist genoegzame breedte te hebben om den trein te dragen zoodat wij bij het minste ongeval reddeloos in de diepte moesten nederstorten, en toch hield de trein een verbazende vaart. Wederom sloeg mij de schrik om het hart; ik sloot de oogen en durfde niet meer rond te zien.
Gelukkig bereikten wij het eindstation, waar wij overnachtten om den volgenden morgen denzelfden weg nog eens af te leggen. Ook onze terugreis liep zonder ongelukken af, maar nimmer meer zal het mij, hoop ik, in de gedachte komen om mijn leven te wagen bij een proeftocht op eene spdorwegbaan in Amerika.