De Belgische Illustratie. Jaargang 2(1869-1870)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De puik-bouffante. Karel, allerbeste amice, 'k Krijg daar juist per Gend en Loos (Ja, verbeel-je mijn surprise!) Franco een papieren doos Met een briefje van je hand: ‘Als cadeau een puik-bouffant’.’ Voor een weldaad mij bewezen Bleef mijn harte nimmer koel Nu vooral is 't kwik gerezen Van mijn dankbaarheidsgevoel, En geen wonder, Karel, want Warmte wekt uw puik-bouffant’. Daarom zullen dankbre tonen Tot u klinken in gedicht; 'k Voel den gloed der muzezonen, Rijmen, lijmen valt me licht: Ja de dichter vliegt in brand zit hij in zoo'n puik-bouffant’. Laat de wintervorst nu fluiten, Bloesem strooien naar zijn leus, Lelie's schild'ren op de ruiten, Roode rozen op den neus; Als een ieder klappertandt, Zweet ik in uw puik-bouffant’. Neen, geen zinking in de kiezen, Geen migraine, tic of jicht, Inflammatie, hersen-niesen Annexeeren mijn gezicht: 'k Ben gedekt van allen kant Door het schild der puik-bouffant’. Maar blijft door die wollen dekking 't Hoofd - mijn edelst deel - gespaard, Dan blijft (bij conclusie-trekking) 't Heele corpus ook bewaard. Ja, mijn ziel zelfs, 't is frappant, Wint bij zulk een puik-bouffant'. Lijdzaamheid zal zij mij leeren, Plooibaarheid naar elks gemoed, Zachtheid, helle-vorst braveeren, Eenvoud, naastenliefde-gloed.... Bref, zij maakt mij in mijn stand Geestelijke puik-bouffant'. Zulke vruchten zal het dragen Het geschenk dat gij mij biedt; Nog van één moet ik gewagen En gewis de minste niet: Steeds een warme vriendschapsband Blijft voor mij uw puik-bouffant’. B.v.M Vorige Volgende