De valsche Spelers.
De voorgaande gravure ‘de valsche spelers’ is gevolgd naar de meesterlijke schilderij van dien naam en het werk van den beroemdeu duitschen kunstenaar, Knaus, dien wij hier in Antwerpen het eerst leerden kennen, door zijne ‘Jaarmarkt.’
Het drietal valsche spelers heeft het somber vertrek eener herberg uitgekozen, om een eerlijken landman eens duchtig af te zetten. De doortrapte schelm rechts is wel het meesterlijk en naar het leven geteekend afbeeldsel van den volleerden schurk. Zijn opgeblazen gezicht, zijn doffe ontwijkende oogslag, doen wel den totaal bedorven kerel kennen; terwijl de afgedragen en verwaarloosde kleêren, de gansche geschiedenis van den ellendigen speler voor den geest brengen.
Zijn kameraad, die hem heimelijk onder de tafel eene kaart toesteekt, schijnt met een helsch pleizier, het welgelukken zijner deugnietenstreek te gemoet te zien; met zijn kort geknipt haar, schijnt hij wel een pas uit het Rasphuis ontslagen boef te zijn. Achter den rug van den bedrogene, verraadt de derde schurk, door een teeken met de hand dezes kaarten, en men zal met ons bekennen dat hij wel de type van den Spion is.
Niet minder belangwekkend is de teekening van het tegenovergesteld karakter des landmans. De fijne en edele trekken van zijn gelaat, doen in zijn hart plannen en ontwerpen vermoeden, waardoor hij zich gaarne boven het gewone leven zou willen verheffen. De uitdrukking eener door en door eerlijke ziel spreekt uit de ernstigheid, waarmeê hij zijne kaarten berekent, zonder te vermoeden dat hij met geene zoo ongelijke wapens strijden kan.
De indruk van dit tafereel zou ons niet voldoen, verscheen er dat kind niet, hetwelk den vader aanstoot en hem smeekt om naar huis te komen, waar moeder hem met kloppend hart zit te wachten. Ja, als men het eerlijk gezicht van den vader ziet, mag men vertrouwen dat hij aan die stem gehoor zal geven.
Knaus schilderde dit stuk in 1851, en het werd in 't museum der stad Leipzig gesteld, waar het thans nog naast andere kunststukken prijkt. De schilder heeft hetzelfde onderwerp nog eens behandeld in een schilderij, die thans de galerij te Dusseldorf bezit; in deze is echter de gelagkamer grooter en nog een tweede tafel met spelers op den achtergrond zichtbaar.
De reeds in jeugdigen leeftijd beroemd geworden meester Ludwig Knaus is in 1829 te Wiesbaden geboren; hij behoorde tot de dusseldorfsche school en wekte aldaar in 1850 door zijn ‘boerendans onder de linden’ groote verwachtingen, die hij in de volgende jaren niet heeft te leurgesteld. In de laatste jaren leefde hij te Parijs en men vreesde, dat zijn kunstsmaak zou lijden door den franschen invloed, dien men in zijn schilderstuk ‘eene grisette met hare kat’ meende te bespeuren, doch zijne schilderij ‘de gouden bruiloft’ heeft deze vrees doen verdwijnen en getuigt van onvervalschten kunstzin.