| |
| |
| |
Allerlei.
Slaap-spoorwagens.
Een reis van circa 1000 uur afstands van New-York naar San-Francisco, dwars door geheel het Noord-Amerikaansche vasteland, zonder bij dag of nacht op te houden, zou niet vol te houden zijn, zonder de uitvinding van de slaapwagens, waarvan hiernevens eene afbeelding gegeven wordt. Het inwendige dier wagens telt meerdere rijk gestoffeerde zalen, waar men alle gemakken geniet, die men slechts in de beste hotels zoude zoeken.
De stoutste gezichten geniet men op reis door die onmetelijke prairiën, welke de Roodhuid tot nu toe als zijn onbetwist erfgebied beschouwde. Nu eens gaat de trein door zijn snuivend vuurros getrokken, over breede stroomen, dan weder baant hij zich een weg door een hoog gebergte dat zich duizenden voeten boven den waterspiegel verheft. Bergen en rotsen zijn effen baan geworden door die reusachtige onderneming. Het fiere paard, waarop de Indiaan pijlsnel de wildernis jagend of roovend doorvliegt, verschrikt en vlucht heen op het schril gehinnik van zijn ijzeren mededinger, die het ver achter zich laat en door tunnelbogen en boven brugzuilen spot met de hinderpalen, die eene tot nu ontoegankelijke woestenij scheen te hebben geplaatst op den weg van 's menschen immer voorwaarts strevende nijverheid.
Moge het spoorwegwezen niet alleen den handel en de nijverheid bevorderen, maar ook de gevleugelde bode van echte beschaving en verchristelijking van de natuurkinderen der steppen zijn.
| |
Eene machine om spijkers te vervaardigen
werd door den Zweed C. Gustavon uitgevonden, zij overtreft allen die haar voorgingen, doordien zij te gelijk het rollen, punten, afsnijden en koppenmaken in zich vereenigt, zoodat zij voor geringe kosten en in weinig tijds zeer goede spijkers vervaardigt. De machine kan door een jongen bediend worden, die op één dag van 10 uren tot 15,000 draadnagels kan maken van een maat en vorm zooals men die verkiest.
| |
De beetwortelsuiker-fabrieken
leverden in Frankrijk van 1 Juni 1868 tot 31 Mei 1869 de volgende uitkomsten: er waren 456 fabrieken in werking die 38,171,195 hektoliters suikerwortelen verbruikten, (ongeveer 3½ millioen hektoliters meer dan in 1867/68) met eene gemiddelde suikergehalte 3,8 graden tegen 4,1 van het vorige jaar. De gefabriceerde suiker bedroeg 226,597,949 kilo's of 16,016,508 kilo's minder dan in 1867. Hiervan werden direct verbruikt 6,838,379 kilo's, in de magazijnen opgeslagen 167,013,555 kilo's en uitgevoerd 16,442,362 kilo's.
| |
Spoorwegbrug te Bommel
over de Waal. Aan deze colossale brug, welke voor korten tijd voor het verkeer is opengesteld, zijn verbruikt:
Getrokken ijzer | 3,407,200 | kilo's. |
Getrokken gietstaal | 130,500 | kilo's. |
Gehamerd gietstaal | 64,750 | kilo's. |
Gesmeed ijzer | 103,900 | kilo's. |
Geribd plaatijzer | 66,200 | kilo's. |
Lood | 2,300 | kilo's. |
Iedere boog van 57 meters weegt ongeveer 180,000 kilo's, terwijl die van 120 meters 817,000 kilo's bedraagt.
| |
‘Kinderen,’
zoo sprak de schoolmeester van zeker dorp tot zijne leerlingen, maakt dat gij morgen vroeg bij tijds in de school zijt en zorgt vooral, dat gij uwe beste kleêren aantrekt, want mijnheer de schoolopziener komt! ‘Moeten we dan ook drie centen medebrengen?’ vroeg een klein, eenvoudig meisje, ‘Juist als verleden keer, toen er een aap te zien was.’
| |
‘Zeg mij eens, jonge vriend,’
vroeg een examinator aan eenen cadet, die zijn officiers-examen deed, ‘wat deden de veldheeren der oude Romeinen b.v. Varus en anderen na een verloren veldslag?’ - De cadet: ‘zij trokken hun zwaard en stierven.’ - De officier: ‘wat doen onder dezelfde omstandigheden de veldheeren van onzen tijd?’ - De cadet: ‘zij trekken.... hun pensioen en leven.
| |
Waterdicht papier.
Hoe ver de zucht naar bezuiniging in alle soort van voorwerpen het menschelijk verstand tot nieuwe ontdekkingen voert, blijkt wederom hieruit dat een Amerikaan een soort van papier heeft uitgedacht 't welk waterdicht is en daarvoor een brevet gevraagd en verkregen heeft. Voortaan zal men dus geene flesschen of kruiken meer behoeven om vloeibare stoffen te vervoeren, maar die kunnen overdragen in papieren zakken zooals tegenwoordig de vaste stoffen.
| |
Oude en nieuwe maat.
Op een dorpje, - het was nog onder de regeering van meester Plak - bestrafte de schoolmeester een deugniet en wilde hem eens gevoelig de les oplezen. Bij toeval was hem daartoe eene oude el in de hand gevallen; toen de jongen dit vreeselijk wapen zag, protesteerde hij daartegen met de woorden: ‘Meester, gij hebt ons geleerd dat men met de oude el niet meer mag meten, omdat zij is afgeschaft.’
| |
Een professor
had lang en breed gesproken over het denken en uitgelegd wat het was enz. en wilde het nu aan zijne discipelen nog meer practisch verklaren. ‘Wat denkt gij nu wel, Piet,’ vroeg hij aan een jongen. Deze dacht niet veel en niet lang; zijn geheele denken bepaalde zich hierbij: ‘Ik denk dat ik woû dat professor maar heenging en de school uit was.’
| |
Een man die veel schulden
had lag op zijn sterfbed en bejammerde het dat hij niet zoolang kon leven tot hij eerst aan al zijne verplichtingen had kunnen voldoen. ‘Maar, vader,’ zegde zijne vrouw, ‘daarover moest gij u niet bekommeren; als gij eerst uwe schulden moest afdoen dan zoudt gij eeuwig moeten leven.’
| |
Een boerenzoon
uit B. stond op het punt van te gaan trouwen; wel verre, zooals anderen, vroolijk en opgeruimd zijn verderen levensloop te gemoet te gaan was hij ontroostbaar. Zijn vader wilde hem opbeuren en sprak daarom tot hem: ‘Allons, jongen, gij moet er zoo niet tegen opzien; gij zult er niet van sterven; ben ik ook niet getrouwd?’ ‘Ja, vader,’ zegde Jan, ‘maar met u was het heel anders; gij zijt met moeder getrouwd, en ik moet het doen met eene vreemde!’
|
|