| |
| |
| |
Allerlei.
Electrische borstspelden.
Men vervaardigt tegenwoordig te Parijs borstspelden, die allerhande figuren van dieren, zelfs doodshoofden, voorstellen. Bij deze spelden behoort een étui van kleinen omvang die een zeer klein electrisch toestel bevat, zoodat het geheel in den vestzak kan geborgen worden; deze toestel staat door een draad in verband met de speld. Wanneer men nu het electrisch toestel in horizontale of liggenden stand in den zak heeft is de stroom gesloten, maar plaatst men het in verticale positie, dat is rechtop, dan werkt de stroom, komen de figuren in beweging, draaien de dieren hunnen kop en schijnt het doodshoofd te herleven.
| |
Bij de nieuwe straatlocomotieven
wordt de stoom op geheel en al ongewone wijze aangewend. De locomotief heeft geen oven of vuurkast maar slechts een ketel om de hoeveelheid stoom saâm te houden. Het water wordt in een vaststaanden, niet vervoerbaren ketel tot op eene hooge temperatuur gebracht en daarna in den ketel der locomotief overgepompt, waarin het zooveel bruikbaren stoom oplevert als benoodigd is om haar gedurende 45 minuten te doen loopen en eenige wagens te trekken. De bekleeding van den ketel der locomotief is 3 duim dik en uit eene stof gemaakt die weinig warmtegeleidend is. Bij dit alles heeft men nog weer eene verbetering toegevoegd en wel een toestel om petroleum te verwarmen en zoodoende de temperatuur op dezelfde hoogte te houden, waardoor de stoom zich beter bewaart en men dus een langeren weg kan afleggen.
De boterham smaakt Mina goed; Maar Fanny jeukt de maag; Zoo gaat het meer; wat de eene lust, Lust soms ook de and're graag.
| |
Als een bewijs dat het klimaat
van een land van eene menigte kleine oorzaken mede afhankelijk is, kan de volgende bemerking dienen, die uit eene proefneming blijkt deugdelijk te zijn. De luchtsgesteldheid is in Egypte zoo droog dat in het bovengedeelte de regen een bijna ongekend verschijnsel is en in het lagere gedeelte, aan den driehoek of delta van den Nijl, vroeger jaarlijks slechts vijf of zes regendagen geteld werden. In der tijd deed de onderkoning Mehemed-Ali in dit lagere gedeelte eene menigte boomen planten, en daaraan schrijft men het toe, dat daar tegenwoordig de regenachtige dagen van vijf of zes op reeds meer dan veertig geteld worden.
| |
De parijsche omnibus-dienst,
die in het jaar 1868 niet minder dan 113,348,041 passagiers vervoerde, had in dat jaar 682 loopende wagens die dagelijks in de verschillende wijken dienst deden en ieder gemiddeld een afstand van 91,260 Nederlandsche ellen aflegden. Daar voor iedere wagen 12 paarden zijn beschikbaar gesteld beloopt het getal dezer dieren niet minder dan 8184, waarvoor de maatschappij 43 stallingen, koetsen fourragehuizen heeft gebouwd. Daarenboven zijn er nog 4 wagenmakerijen en smederijen aan verbonden waarin dagelijks 591 personen werken met een gemiddeld loon van 4 franken. De gezamenlijke kosten en uitgaven beliepen 22,049,350 franken waartegen de inkomsten 23,220,600 franken, dus eene netto winst van 1,171,250 franken opleverden.
| |
Eene onschuldige kies-manoeuvre.
Eens dat de engelsche lord Aberdeen met den beroemden franschen oud-minister Guizot in zijn park van Haddo House wandelde en over zijne politieke loopbaan sprak, bleef de lord eensklaps staan en zegde tot zijn gast terwijl hij op een pachtershuis wees: ‘Dit huisje hier brengt mij immer de schandelijkste daad van mijn politiek leven in de gedachte.’ - ‘Toch zeker geene daad van geweld?’ vroeg Guizot verwonderd. - ‘Oordeel daar zelf over. Hier woonde een pachter, een onhandelbaar mensch, die immer tegen mij stemde bij de verkiezingen.’ - ‘Gij hebt hem dus zeker weggejaagd?’ vroeg de andere weder. - ‘Neen, zeker niet, maar ik heb zijne huur zoo laag gesteld dat hij volgens de wet geen kiezer meer mocht zijn.’
| |
Officiëele stijl.
Toen Napoleon I in Maart 1815 van het eiland Elba naar Frankrijk was overgestoken betitelde hem de Moniteur achtereenvolgens met deze bijnamen: ‘De Menschenvermoorder is ontvlucht - de corsicaansche Wereldverwoester is aan Frankrijks kust geland. - De Tijger nadert. - Het Ondier heeft te Grenoble geslapen. - De Tiran is te Lyon aangekomen. - Men wil dat men den Overweldiger in de omstreken van Parijs zou gezien hebben. - Bonaparte trekt op de hoofdstad aan, maar zal ze niet bereiken. - Napoleon zal morgen onder onze wallen verschijnen. - De Keizer is te Fontainebleau aangekomen. - En eindelijk ten laatste: Zijne Keizerlijke Majesteit is op den 21 Maart in het midden zijner getrouwe onderdanen op de Tuileriën verschenen.
| |
Eene brandende zee.
Voor eenigen tijd leverde de Caspische zee een prachtig verschijnsel op. De petroleum- bronnen, die zij in haren bodem verbergt, ontploffen somtijds door onbekende oorzaken, en zoo brandde gedurende twee volle dagen het zeewater op eene oppervlakte van meerdere vierkante mijlen. Ongelukkig was dit prachtig schouwspel even gevaarlijk voor de schepen als voor de visschen welke laatsten in menigte gedood werden.
| |
Eene kleine champagne
-statistiek vinden wij in een rapport van de kamer van koophandel te Rheims, 't welk verklaart dat op 1 Januari 1845 in Frankrijk gewonnen zijn 23,285,818 flesschen waarvan er in dat jaar 4,380,214 naar het buitenland werden uitgevoerd. In Januari 1866 waren voorhanden 37,608,700 flesschen, dus 14 millioen meer dan in 1845 en werden er 10,283,866 uitgevoerd.
| |
Om alle gazlichten eener wijk gelijktijdig
aan te steken heeft men te New-York een middel uitgedacht dat reeds goed werkt. Alle branders der verschillende gazlampen, die door eene en dezelfde kraan geopend en afgesloten worden, staan door middel van eenen draad met eene electrische batterij in verbinding, zoodat, wanneer deze werkt, de gazlichten door de overspringende vonk worden aangestoken. Deze toestel bespaart door zijne eenvoudigheid veel arbeid en loon, zoodat de geringe kosten, door de inrichting vereischt, reeds het eerste jaar dubbel vergoed worden.
|
|