Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 2 (1869-1870)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 2
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.22 MB)

Scans (1589.07 MB)

ebook (27.84 MB)

XML (2.74 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 2

(1869-1870)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Huiselijk leven.

Dat is een lief tafereeltje, vindt ge niet, beste lezer? Het ademt liefelijke rust en gulle vreugd. 't Zijn allemaal sprekende beelden. Dat meisje met haar eenvoudig en toch sierlijk kleed, berekent blijkbaar al de kansen, die nog bestaan om te ontsnappen aan de strikken, haar door de tegenpartij, den hopman, bij het kaartspel gespannen. De schilder heeft het meesterlijk weergegeven dat peinzen, dat wikken en wegen in zulke oogenblikken. Ook de figuur van den hopman getuigt van kunst. Zie eens dien zegevierenden glimlach om zijne lippen, terwijl hij aan het meisje schoppenaas toont om haar te overtuigen, dat haar spel reddeloos verloren is. En dan die muzikant-helper, ook hij is naar het leven geteekend: hij ziet en berekent, hij wijst aan en helpt, terwijl hij de tegenpartij van het meisje aanstaart. Eindelijk nog die bediende op den achtergrond, met de ouds-vaderlijke bierkan in de hand, die een frisschen dronk komt geven bij het lustig spel, dat alles tintelt van leven en spreidt frischheid ten toon.

Moest ik hier eene kunstbeschouwing schrijven, dan zou ik nog te wijzen hebben op het heerlijk effect van het kaarslicht, dat ons den waren kunstenaar doet kennen. Nu kan ik echter volstaan met uwe aandacht te vestigen op het schoone van het geheel, op het liefelijke en zoete, dat uit de geheele groep en uit ieder beeld zoo aanlokkend zoo krachtig tot ons spreekt.

En wat nu het stukje te denken geeft? Ja, hierover zou ik niet gaarne met u twisten, wijl onze gedachten op dit punt nog al uit een zouden kunnen loopen. Maar toch ben ik zoo vrij u meê te deelen wat het

[pagina 60]
[p. 60]

mij te denken gaf, u de volle vrijheid latende om er wat anders uit te lezen.

Mij deed het denken aan de genoegens van den huiselijken kring. 't Is er toch ook zoo naar om daarover te peinzen. Ik dacht dan aan het stille en vreedzame geluk, dat ik zelf had gesmaakt, toen ik nog zitten kon aan moeder's zijde, toen ik mij nog bewoog in den engen kring van ‘thuis;’ ik dacht aan het geluk, waarvan ik anderen had hooren gewagen, die geliefde broeders en zusters, brave echtgenoten of dierbaar kinderen bezaten. Ik dacht verder aan de liefde onzer vaderen voor dien huiselijken haard. 't Stukje zelf is een van die talrijke binnenhuisjes, waarin onze kunstenaars zoo gaarne hunne heerlijke talenten neêrlegden en waardoor zij op het gebied der kunst den huiselijken zin onzer voorouders vereeuwigden. Maar ook op menig ander gebied hebben de vervlogen eeuwen ons bewijzen nagelaten van innige gehechtheid aan dien huiselijken haard. Onze dichters bezongen dien haard waar het hun zoo wel was in lief en leed, waar zij liefde vonden en gulle hartelijkheid. In den schat onzer spreekwoorden wordt ook nog menig pereltje aangetroffen, dat daarvoor pleit. Dat ‘oost, west, thuis best,’ en ‘eigen haard is geld waard’ hebben diepen zin.

Wij bezigen nog schier dagelijks die gulden spreuken onzer vaderen; maar waardeeren wij ze ook nog, zijn ze nog de uitdrukking van den geest onzer dagen ten opzichte van den huiselijken haard? Helaas, neen! Met weemoed moeten wij hier bekennen: de goede geest onzer vaderen is heen. De moderne tijdgeest is sedert lang bezig met het afbreken van den huiselijken haard, met het verslappen der banden, welke krachtens goddelijk recht en natuurwet tusschen de nauwste betrekkingen bestaan. Niet ten onrechte heeft men het onzer hedendaagsche beschaving verweten dat zij de rechten van het verstand overdrijft en de eischen van het hart onbevredigd laat. Nergens komt dit streven duidelijker aan den dag dan in haren ontbindenden invloed op onze huisgezinnen.



illustratie
HUISELIJK LEVEN.



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken