De Belgische Illustratie. Jaargang 2(1869-1870)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] [Nummer 2] De barbier. Wie komt daar zoo haastig den trap opgeloopen?.. Daar klopt men... Ja! Binnen! - de deur is al open - Hah, zoo! Jan de scheerbaas. Hij buigt heel galant, De scheerzak in d' arm en de muts in de hand, En zegt: ‘frissche morgen!’ - en lacht eens. Terstond pakt hij uit - accuraat als het Staatsblad - Al wat er in 't binnen- en buitenland plaats had. Ik zie me op een stoel voor het raam neêrgezet, Belegd als een bleekveld met doek en servet; Hij reikt me den scheerriem - en lacht eens. En nu wordt beslist over oorlog en vrede, De mouw opgetrokken en 't mes uit de schede, Gewet en gewet en getoetst op den duim: Dan klopt hij den zeepbal en 't water tot schuim In 't koperen bekken - en lacht eens. En vlugger dan 's winters de sneeuwjacht de daken Bedekt hij met zeepschuim mijn wangen en kaken; De mond ligt bedolven, één neusgat is dicht; Nu houdt hij het glimmende wapen gericht, En wet het en wet het - en lacht eens. Een boer slaat de sikkel zoo vast niet in de aren Als hij zijn patentmes in stoppels en haren. Zijn vingeren nemen op wang en op kin 't Geschoren terrein als veroveraars in; Daar valt hij mijn neus aan - en lacht eens Daar valt hij mijn neus aan... een Malakoff-toren... Toch waagt hij den stormloop - halt là! - 't is verloren! Hij snijdt, en ik bloed en ik smijt bliksemsnel Den lompert om de ooren de rinklende bel - Maar hij trekt zijn schouders - en lacht eens. Fluks strijkt hij van tafel de lachende centen En pakt een, twee, drie al zijn scheerinstrumenten. De zak in den arm en de muts in de hand Staat Janbaas in 't deurgat en buigt heel galant, En zegt: frissche morgen!’ - en lacht eens. Afgekeken. B.v.M. DE BARBIER. Vorige Volgende