Voorwaarden waaraan een redacteur zich verbindt eene gazette op te stellen.
Na de zaak rijpelijk overwogen te hebben, oordeelde van de Sande, dat hij de bediening mocht aanvaarden, en de noodige vereischten bezat.
‘Doch zulk een doorgeleerd man, als hij zich waande, stelde eerst eenige voorwaarden aan den uitgever voor.
1⁰. Ik zal 's maandags en donderdags in den voormiddag op de drukkerij komen, om de twee gewone uitgaven der Gazette te expedieeren en te corrigeeren.
2⁰. Op andere postdagen zal ik de studie der ontvangen berichten, op uren naar verkiezing kunnen doen, en zelfs in geval van onpasselijkheid ten mijnent, maar in het grootste geheim.
3⁰. Mijne jaarwedde, op drie honderd vijftig gulden brabandsch vastgesteld, zal van drie tot drie maanden betaald worden.
4⁰. De Gazettier, zal bij tijds brieven en benoodigde stukken aan den redacteur voor leggen, en des noods twee letterzetters voor de compositie van het blad bezigen.
5⁰. De Gazettier zal, buiten wete des Contractants, niemand anders voor het opstellen der Gazette mogen bezigen, tenzij de redacteur door verzuimenis of onbekwaamheid, uit ziekte of ouderdom voortspruitende, zijne bediening niet kon vervullen.
6⁰. Indien de redacteur door het aanvaarden van andere bedieningen verhinderd werd de redactie der Gazette waartenemen, zal hij mits twee maanden op voorhand zijnen dienst opzeggende, ontslagen worden.’
Hoe weinig aanmatigend als van der Sande zich toonde, wilde nogtans de uitgever der Gazette deze voorwaarden niet onderteekenen. Men verbond zich wederzijds op het eerlijk woord.
De nieuwe redacteur stelde de Gazette tot het genoegen zijner mede-burgers op. Het getal der abonnementen in Antwerpen klom spoedig, ja, in zoo verre dat de winkelmeid des drukkers, welke bij de abonnementen in de stad, voor eene vergelding, van vier schellingen 's jaars de Gazette ronddroeg, weigerde nog meer klanten te aanvaarden. - De nieuwe abonnenten moesten in het vervolg zelve het nieuwsblad in de drukkerij laten afhalen.
Bij zulken ongemeenen bijval meende van der Sande te mogen aanspraak maken op eene hoogere jaarwedde; doch de uitgever speelde den dooveman voor zijne herhaalde klachten.
Niettemin bleef hij zich onverdroten aan het opstellen der Gazette toewijden.
Zijne ledige uren waren aan zijn ambt van Secretaris der academie en de studie toegewijd.
Hij schreef een aantal verhandelingen over verschillende onderwerpen in het latijn, in het fransch en in het vlaamsch. Weinige zijn door den druk bekend gemaakt en nog wel de minst belangrijke.
Vele jaren poogde van de Sande te vergeefs de noodige inschrijvers te vinden om zijn Antwerpsch kunsttooneel uittegeven, een werk, dat volgens het prospectus drie boekdeelen van 600 bladzijden ieder zou uitgemaakt hebben.
Heeft het nageslacht er veel bij verloren? Wij denken het niet. Want indien de schrijver in hetgene wij ervan gelezen hebben, blijken geeft van iever en van geleerdheid, of liever van belezenheid in de oude schrijvers, zijn alle zijne schriften door eenen onverdragelijken wansmaak vergald.
Jacob van de Sande stierf in 1799.
De Gazette van Antwerpen overleefde nog een tijd lang haren getrouwen opsteller.
Gedurende de fransche overheersching had nogtans Hansken zware tijden te beleven. Eenigen tijd verscheen de Gazette met eene fransche vertaling, later werd ze tijdelijk opgeschorst.
In 1800 volgde Janssens als uitgever Hendrik van Soest op. Onder de nieuwe benaming van Antwerpsche Gazette, sukkelde het oude moederken tot in 1827 voort, en werd dan door hare ondankbare en trotsche dochters versmacht en ten grave gelegd.
Antwerpen 28 Juni 1869.