Waarlijk
het is troostend voor het godsdienstig gemoed te zien hoe, over heel de wereld, de liefde en eerbied voor den geheiligden persoon van Pius IX levendig blijft, en voortdurend aangroeit in de harten der hem toebetrouwde geloovigen: een nieuw en schitterend bewijs hiervan was de algemeene en warme deelneming bij 't onlangs gevierde jubelfeest van den grooten Paus. Troostrijk is het ons wanneer zelfs Protestanten in hem die verhevene deugden erkennen en bewonderen, welken den waarachtigen volgeling van Christus kenmerken, en hiervan openlijk getuigenis afleggen bij monde en in geschrifte. Maar vooral moet het den Katholiek verheugen en tot troost strekken, wanneer hij den lof van den Paus hoort verkondigen door degenen, die anders slechts spot en verachting veil hebben niet alleen voor de Kerk, maar ook voor allen geopenbaarden godsdienst.
Daarom zullen wij den Lezers van de Illustratie de onverwachte getuigenis mededeelen, die voor eenige dagen over Pius IX werd afgelegd door de Figaro, een welbekend fransch dagblad, hetwelk dikwijls over godsdienst spreekt met den spotlach van Voltaire.
‘Men zou kunnen zeggen - zoo schrijft de Figaro- dat er verschillende Pausen in de wereld zijn: de Paus der Mahomedanen of de Sultan, de Paus der Russen of de Czaar, de Paus der Protestanten of de koning van Pruisen, de Paus (de Pauzin) der Anglicanen of de koningin van Engeland.’
Dan volgt eene beoordeeling van 't karakter, van den invloed, die elk hunner op den godsdienst van zijn land uitoefent. Het zou te lang zijn die in haar geheel over te nemen; als een staaltje van oordeelvelling willen wij slechts een uittreksel geven van 't geen de Figaro zegt over den keizer van Rusland.
‘De Paus der Russisch- Schismatieke Kerk laat een volk, dat smeekend aan zijn voeten ligt neêrgeknield, gewelddadig vermoorden; een volk dat smeekt om 't behoud van zijnen godsdienst en altaren, van zijn taal en nationaliteit, van zijn wetten en haardsteden. De vaderlandslievende mannen worden opgehangen, de vrouwen gegeeseld. Van tijd tot tijd verheft zich eene stem, die, hoe vijandig ook aan Rome ten gunste smeekt van 't ongelukkige Polen; maar die in rouw gedompelde natie heeft slechts één beschermer, en die beschermer zetelt op het Vatikaan.
Eindelijk nadert de Figaro den persoon van Pius IX en roept in ontroering uit:
‘De vijand, de eenige vijand van die huichelachtige Schriftverklaarders is de Paus van Rome, de Paus-Koning van minder dan een millioen onderdanen: 't is die eerbiedwaardige grijsaard die in den ouderdom van bijna 80 jaren een leven leidt zóó streng, zóó vol kommer en bitterheid als ooit een priester leiden kan; - 't is die heilige man die geen deel neemt aan feesten tenzij van Hem, wiens onfeilbare plaatsbekleeder hij is; die in 't vroege morgenuur zijn nachtrust eindigt, zijn ministerraad bijwoont, aan den arbeid dagelijks tien uren besteedt en verpoozing vindt in 't bijwonen van godsdienstige plechtigheden, terwijl hij den dag eindigt met gehoor te verleenen en zijnen zegen te schenken aan allen, die van de vier hoeken der wereld zijn toegestroomd om hem te zien, 't zij Katholieken of Protestanten, Joden of Mahomedanen. Die vijand is de bewonderenswaardige grijsaard, die den naam draagt van Pius IX, en dien de Kerk nooit behoeft te canoniseeren want hij canoniseert zich zelf door de verhevenste deugden, welke niet zijn van deze aarde. En dan, gij allen, die hem gezien, die hem gehoord hebt - hoe waart gij niet getroffen, gelijk de leerlingen van Emaüs, door dat onbeschrijfelijk zachte, dat overtuigende, ja dat goddelijke, hetwelk hem omschittert als een aureool!’-