De kindermoord te Bethlehem.
Zij die ook slechts een enkele maal het Rijks Museum (Trippenhuis) te Amsterdam bezocht hebben, zullen zich wel altijd met afgrijzen de kindermoord te Bethlehem herinneren, een tafereel dat schier een geheel muurvak beslaat. De schilder heeft dit afschuwelijk feit in al zijne jammeren voorgesteld. Men vindt er de bloedige lijken op van pas vermoorde kinderen; wanhopige vrouwen die een der beulen de oogen uitrukken en moeders die, met hunne lievelingen in de armen, langs alle zijden de vlucht nemen, en het is als hoort men de wanhoops-kreten der ongelukkigen en het vloeken der beulen die gansch naakt rondloopen om, op bevel van Herodes, de onmenschelijke slachting te volbrengen. Wanneer het den schilder te doen geweest is om afgrijzen en walging te weeg te brengen is hij zeer gelukkig geslaagd, doch al willen wij niets afdingen op de hooge kunstwaarde van dit tafereel, gelooven wij toch te mogen zeggen, dat de opvatting van den kindermoord te Bethlehem, zooals bijgaande gravure dien voorstelt, ver de voorkeur verdient. Deze schilder, Leon Cogniet, heeft het niet noodig geacht zijn tafereel te overladen met bloedige lijken, half ontzielde kinderen en afschuwelijke worstelingen tusschen beulen en slachtoffers; hij heeft al die verschrikkingen van den kindermoord voorgesteld in eene enkele figuur; in eene moeder die met haar kind in een schuilhoek gevlucht is en dáár met al den pijnlijken angst, met de naamlooze vrees, die zulk eene moeder lijden kan, naar het gerucht luistert dat elk oogenblik nader komt, naar voetstappen die zoo veel dolksteken in haar hart zijn. De indruk die deze wanhopige moeder maakt is niet minder groot dan die door het woeste tooneel op eerstgenoemde schilderij wordt te weeg gebracht, en behalve dat Cogniet's tafereel ook geen walging en afkeer inboezemt, verdient het om de hoogst zedelijke voorstelling verre de voorkeur.
Cogniet, die in 1794 geboren werd, heeft in 1824 zijn kindermoord vervaardigd, en dit kunstgewrocht heeft niet weinig bijgedragen aan zijne europeesche vermaardheid.