De beeldhouwer Duprè en zijn Pietà.
Het is niet te ontkennen dat de kunst in onze dagen tot een modepop van den tijdgeest verlaagd wordt; menvindt die noodlottige richting in al hare vertakkingen terug. Zelfs in de toonkunst merkt men dien heilloozen geest op. 't Is daarom bemoedigend, dat in België mannen opstaan die de kunst, in hare verhevene strekking, blijven begrijpenen niet offeren aan den modernen geest.
Met de schilder- en beeldhouwkunst is dit vooral het gegeval; om zich daarvan te overtuigen behoeft men slechts degroote tentoonstellingente bezoeken. Wij brengen daarom met ingenomenheid een der meesterstukken van een nog levend beel dhouwer, die zich niet door den tijdgeest heeft laten beheerschen, onder de oogen onzer lezers: de Pietà van Giovanni Duprè.Ofschoon Duprè in sommige zijner werken zeer naar het realismes overhelt, blijft het ideale den boventoon bij hem behouden. De moderne kunstenaars maken hem daarvan een verwijt, doch wij gelooven dat hij juist daarom een waar kunstenaar kan worden genoemd.
Giovanni Duprèwerd in het jaar 1817 te Siëna in Italië geboren, alwaar zijn vadermet het vervaardigen van kleine figurenin hout een sober stukje brood verdiende. Duprè werd dus geheel onder dezelfde omstandigheden geboren en opgevoed als de beroemde Achtermann, wiens Pietà de domkerk van Munster versiert. Toen hij drie jaren oud was, vertrokken zijne oudersnaar Florence, en in die stad der kunst is hij gevormd. Ofschoon het hem aan geld ontbrakom de lessen der akademie waar te nemen, wist hij het door eigen oefening zoo ver te brengen, dat hem opdrie en twintigjarigen leeftijd de prijs der akademie werd toegekend.
Kort daarop ontwierp hij zijn Abel, die hem reeds een grooten naamverschafte.
Een zijner schoonste voortbrengselen is een relief in het hoofdportaal der kerk van het H. Kruis te Florence, de zegepraal des Kruises voorstellende; zijn beste werk is echter ontegenzeggelijk de Pietà, die hij in dejaren 1863-1865 vervaardigde. Toen Duprè dezen arbeid begon, deed hij te vergeefs alle moeite om eene voorstelling te ontwerpen, die met zijne grootsche denkbeelden overeenkwam; het was alsof zijne handen geboeid waren, of zijne verbeelding belemmerd werd. Alle pogingen mislukten. Doch eens, toen hij na het ontbijt, met een dagblad in de hand ingesluimerd was, zag hij in een droom datgene waarnaar hij te vergeefs had gezocht. Hij meende Christus op den grond te zien liggen, met het hoofd op den schoot zijner Moeder, die met een namelooze smart over Hem gebogen was. Duprè ontwaakte, snelde naar zijn atelier en ontwierp, onder invloed van zijn droom de schoone Pietà, waarop de kunst zich thans kan beroemen.
De groep was bestemd voor het kerkhof Misericordia te Siena, alwaar zij ook geplaatst is.
De Pietà van Duprè.
Pietà beteekent, in het italiaansch, godsvrucht, medelijden, liefde tot nabestaanden en men gebruikt dit woord in de beeldende kunst als benaming van een beeldengroep, dat de Moeder Gods voorstelt, het ontzielde lichaam van haren Goddelijken Zoon in den schoot houdende; een onderwerp dat zoo dikwijls vrome treurtonen aan de gewijde lier onttokkeld heeft. De Pietà is een tegenhanger van de Madonna, of de voorstelling vande Moeder Gods met haar aanvallig Kindeke Jesus op de armen. De Pietà is de uitdrukking van de diepste smart en droefheid, terwijl de Madonna die is der reinste vreugde en teederste moederliefde. Niet alleen het penseel maar ook de plastische of beitelkunst heeft haar talent aan beide uitdrukkingen gewijd, zoo als wij in Duprè zagen, en waarvan ook de Pietà van Michel Angelo, die zich in de St. Pieters-basiliek bevindt en waaraan door hem 25 jaren gearbeid werd, een treffend model is.