aanmerkelijk verminderd, werd en er steeds eene zeer matige temperatuur heerschte.
Onder de gebouwen bekleedde eene eerste plaats de zaal der Abenceragen. Hier werd volgens de overlevering die edele stam op last van koning Boabdil vermoord; de bloedvlekken, die men nog op de marmeren muren ziet, worden als de onuitwischbare sporen der misdaad beschouwd. In de zaal der gezanten ontvingen de moorsche koningen de cijnspenningen en de huldeblijken van de gezanten der christen spaansche koningen, en zag men het treurig schouwspel van de vernedering, die de Halve Maan het Kruis aandeed. De zaal der gerechtigheid bevatte het opschrift: ‘Treedt binnen en vraagt; vreest niet recht te vragen; het zal u geworden.’ De badzalen waren in de rots uitgekapt en belegd met gouden, zilveren en marmeren platen; het licht drong er in door openingen, die in den vorm van sterren in het gewelf waren gemaakt. Nabij deze zalen had men den tuin van Lindaraya, waar men de versche lucht en de liefelijke geur der bloemen kwam inademen, na het bad gebruikt te hebben. Behalve deze zalen blonken nog uit de zaal der twee zusters en het kleedvertrek der koningin, welke beide de bijzondere vertrekken der moorsche koninginnen uitmaakten.
De hoofdingang heette de poort des oordeels; hij vertoonde op zijn grondslag eene naar eene sleutel grijpende hand als eene zinnebeeldige uitdaging, door de Mooren aan hunne vijanden gedaan. De toren van Comares bestreek niet alleen het geheel gebouw maar ook den verren omtrek en diende tot verblijfplaats van het koninklijke gezin.
Het uiterlijke van de Alhambra vormde een sterk contrast met het inwendige. Aan den buitenkant zag men niets dan hooge muren, waarvan de bovenvlakten diep uitgetand waren, sterke borstweringen, talrijke schietgaten, hooge torens, allen opziende naar die van Comares; terwijl men binnen het gebouw alles vond bijeenverzameld wat de zinnen streelen en de fijne smaak en het kunstgevoel van een oostersch vorst voldoen kon. De aan de buitenmuren eentonig roodgeverfde paleizen verborgen onmeetlijke schatten en kostbaarheden; de tuinen bevatten zeldzame planten en bloemen, uit het hart van Africa aangevoerd. De voorhoven waren met marmer bevloerd; hunne portieken rusten op schoone zuilen, die als takken van den palmboom in de lucht schenen te zweven. De marmeren vloeren der zalen waren met kristal ingelegd, waardoor het licht en de waterstralen der fonteinen eindeloos weêrkaatst werden, en de Oosterling in een soort van bezwijming werd gebracht, waarin hij zoo gaarne verkeerde.
Na de verdrijving der Mooren in het laatst van de 15e en het begin der 16e eeuw werden vele gedeelten van de Alhambra weggebroken en van de daardoor verkregen materialen kerken en paleizen gebouwd. Daardoor is dat reusachtig toovergebouw schier door geheel Spanje verstrooid geraakt, en vindt men op de plaats, waar het eenmaal stond, weinig meer dan eenige puinhoopen. Onze gravure vertoont een van de overgebleven brokstukken, dat het best bewaard is gebleven; het is een gedeelte van den zoogenaamden Leeuwenhof.