Eerst bidden.
Meer dan ooit wordt in onzen tijd werk gemaakt van het onderwijs en bijgevolg ook van de opvoeding, want beide zijn onafscheidelijk, omdat bij verwaarloosd onderwijs geene goede opvoeding denkbaar is. Het is intusschen zeer te betreuren dat daarbij het voornaamste element uit het oog verloren wordt. Er wordt overvloedig gelegenheid aangeboden om een bekwaam rechtsgeleerde of natuurkundige, een knap koopman of werkman te worden, maar om brave christenen te vormen daaraan wordt bij het tegenwoordige stelsel van opvoeding en onderwijs niet gedacht. Voor de mannen der moderne beschaving zijn de woorden: zoekt eerst het rijk Gods en zijne gerechtigheid en het overige zal u toegeworpen worden, ijdele klanken. Zij houden zich zoo ijverig bezig met naar al het overige te zoeken, dat zij het rijk Gods geheel over het hoofd zien.
De brave moeder op onze gravure roept haar kind toe: ‘Eerst bidden!’ alvorens het den lepel aan den mond mag brengen. Zij wil het daarmeê leeren dat bij alles wat wij doen eerst en vooral aan God gedacht moet worden, dat wij aan Hem alles verschuldigd zijn. De moderne wereldbeschavers denken daar anders over. Zij zouden begonnen zijn met het kind te vertellen hoe de pap heet die het voor zich heeft, uit hoeveel deelen melk, water en meel zij bestaat, en welke warmte-graad er noodig is om tot het kookpunt te komen. Vervolgens zouden zij verteld hebben hoe de pap door de maag opgevangen, verwerkt en daarop naar het darmkanaal afgevoerd wordt, terwijl er wellicht nog eenige raadgevingen bijgevoegd zouden zijn over het houden van den lepel en de wijze waarop men hem naar den mond moet brengen.
Dit alles is zeker zeer nuttig, doch het voornaamste: eerst bidden! eerst aan God denken, daaraan wordt geene waarde gehecht, en wat kan het een kind baten dat het weet uit welke bestanddeelen zijn lichamelijk voedsel bestaat, wanneer het geen voedsel voor de ziel ontvangt, wanneer het onbekend blijft met hetgeen zijne hoogere bestemming betreft?
Ongelukkigerwijs wordt aan dit laatste bij de vorming der jeugd over het hoofd gezien; het tegenwoordige stelsel van onderwijs en opvoeding houdt God geheel buiten gesloten, en de kennis die het schenkt is dus eene kennis buiten God. Hoe gevaarlijk zulk een stelsel voor het onderwijs is heeft Pestalozzi bewezen, van wien wij in een vorig nummer spraken. Zijn stelsel zou voorzeker goed zijn geweest, wanneer hij de godsdienst tot richtsnoer had gehouden, doch door de gansche kracht van zijn stelsel in kennen en weten te leggen, ging daarbij het bovennatuurlijke element uit zijn onderwijs geheel verloren. Pestalozzi heeft ontegenzeggelijk een groot werk verricht met het aanschouwelijk onderwijs in het leven te roepen, dat eene onschatbare verbetering heeft te weeg gebracht, en wij, hebben daarom ook op hem gewezen, doch toen hij oud geworden was moest hij erkennen dat hij verzuimd had zijne scholieren het: eerst bidden! toe te roepen, dat kennis en weten buiten God, den mensch niet tot zijne hoogere bestemming kan vormen, en dat hij bijgevolg zijn doel gemist had.
Aan de hand van den godsdienst zou het stelsel van Pestalozzi niet een eenzijdig maar veelzijdig nut hebben kunnen stichten, doch zouden de moderne opvoeders hem dan wel op den voet gevolgd, hem een groot man genoemd hebben? Wij gelooven het niet. Wat in zijne leerwijze goed was hebben zij er uitgeworpen, wat hij op zijn ouden dag betreurde hebben zij behouden en consequent doorgevoerd. Als Pestalozzi op dit oogenblik onder ons verscheen zou hij voorzeker in het thans heerschende stelsel van onderwijs het zijne niet meer herkennen, doch dit neemt niet weg dat hij er eigenlijk den grond voor gelegd en den stoot aan gegeven heeft.
Voorwaar eene gewichtige les voor hen die er niet van overtuigd zijn dat in alles wat tot het onderwijs en de opvoeding der kinderen behoort de godsdienst tot grondslag moet dienen. Die wereldwijzen worden beschaamd gemaakt door de eenvoudige moeder die haar kind toeroept: eerst bidden! dat wil zeggen eerst het rijk Gods zoeken.