Als een bewijs van de groote nauwgezetheid, waarmeê de bevolking de politie-verordeningen opvolgt, diene de volgende komieke gebeurtenis. Even als in vele andere groote steden mag men te Dresden de brug over de Elbe slechts in eene aangegevene richting passeeren, eene verordening waarin een inboorling zich nooit bezondigt. Vóór eenigen tijd ontving de commissaris van politie een telegraphisch bericht, dat zich op den spoorweg, die te Dresden moest aankomen, vier dieven bevonden. De commissaris snelde naar het station, maar kwam een paar minuten te laat. De dieven hadden zich reeds stadwaarts begeven. Hij denkt een oogenblik na en zendt eenige agenten naar de groote brug met bevel om allen aan te houden, die een verkeerden weg namen. De agenten snellen naar de brug en zien waarlijk eenige oogenblikken later vier heeren op het linkertrottoir. Zij namen ze gevangen en hadden inderdaad de dieven. Of de commissaris ook zijn volk kende? Onder honderden, duizenden misschien was er niet één, die niet den aangewezenen weg volgde.
De Dresdenaars bewaren het aandenken van hunnen koning Frederik August in zegening. Deze vorst had de zonderlingste grillen, waardoor hij dikwijls groote sommen verspilde; het toeval wilde echter dat hij daardoor de weldoener zijns lands werd. Hij had eene bijzondere voorliefde voor het porselein, en verzamelde voorwerpen uit die stof uit alle hoeken der wereld. Wist hij dat zich ergens porseleinen vazen, kannen of dergelijken bevonden, dan moest hij die in zijn bezit hebben; de prijs kwam in geen overweging. Hij ruilde met den Koning van Pruisen twee regimenten dragonders, die daarom de porseleinen-regimenten genoemd werden, tegen vier prachtige vazen. Twee groote vazen, uit China afkomstig, betaalde hij met hun gewicht aan goud, enkel omdat zij de inscriptie droegen; ‘Zij die dit porselein buiten het land brengen, zullen met den dood gestraft worden. Slechts de zoon der Maan, de hemelsche Keizer bedient er zich van.’ Het toeval wilde dat Frederik August kennis maakte met zekeren Böttiger, die zich als een waren alchimist uitgaf, dat wil zeggen dat hij zegde het geheim te bezitten om goud te maken. De Koning vereerde hem met zijne hooge gunst en verkwistte minstens een millioen aan de geheime kunst van Böttiger, waarvan deze een aangenaam leven leidde, zonder het goud te voorschijn te brengen. De Koning bleef volhouden, en nieuwe sommen verdwenen in de smeltkroesen van den alchimist. Op zekeren dag vermengde Böttiger aarde, die uit de omstreken van Meissen gehaald was, met andere stoffen, en uit zijn kroes kwam het heerlijkste porselein te voorschijn. De Koning geraakte in verrukking, omhelsde den alchimist en stelde hem aan tot directeur over de porselein-fabrieken, die hij ging oprichten. Het saksische porselein heeft zooals men weet, een wereldberoemden naam verworven en Saksen schatten goud aangebracht. Böttiger moest voor den koning allerlei voorwerpen daarvan vervaardigen en Frederik bouwde er te Dresden een museum voor, dat bekend is onder den naam van het Zwinger. De bezoeker vindt er ruim 60000 porseleinen voorwerpen, zoowel saksische, als chineesche, japansche, fransche enz.
Het museum van Dresden is een der beroemdste van Europa; het bevat schilderstukken van de grootste italiaansche, fransche en duitsche meesters, en ook menig doek van onze nederlandsche schilders, vooral van Rembrandt. Een ander gebouw heeft Dresden binnen zijne muren, dat ondanks zijn niet zeer bevallig uiterlijk zekerlijk in Europa geen mededinger vindt; namelijk, het museum van edelgesteenten. Hier vindt men een onnoemlijk aantal van gesteenten van iedere kleur en vorm, sinds de laatste honderd jaren uit alle werelddeelen verzameld; en die een kapitaal vertegenwoordigen, waarmeê de geheele saksische staatsschuld zou kunnen geamortiseerd worden.