Voor den spiegel.
De gewoonte om in vele omstandigheden des levens den raad van vrienden in te winnen zou zeer loffelijk zijn, wanneer de eigenliefde daarbij niet zulk een groote rol speelde. Het menschelijk hart is echter een ijdel en zelfzuchtig ding, dat gaarne gevleid en gestreeld wordt, en daarom ziet men het veelal dat iemands gevoelen dan alleen wordt geraadpleegd, wanneer een bevredigend en vleiend antwoord kan worden verwacht. ‘Mevrouw A. te B. heeft mij verzocht om eenige dagen bij haar te komen logeeren,’ zegt een jong meisje tot hare vriendin, ‘zou ik die uitnoodiging aannemen?’ - Voorzeker, ‘klinkt het antwoord,’ de familie A. is zeer gezien, en gij moet die uitnoodiging daarom als eene groote onderscheiding beschouwen.’ Het was alleen om zulk een antwoord dat de vraag gedaan werd, en wanneer op honderd zoodanige vragen ook slechts één antwoord in tegenovergestelden zin uitvalt, men kan er verzekerd van zijn dat er geen gevolg aan gegeven wordt. Als het jonge meisje van hare vriendin had moeten hooren: ‘Ik geloof dat op mevrouw A. niets te zeggen valt, maar de kring, waarin zij zich beweegt, zal vele gevaren voor u kunnen aanbieden,’ het bezoek zou daarom niet uitgesteld zijn. Men wil in zulke antwoorden, even als in een spiegel zijne ijdelheid gestreeld zien; men doet die vragen alleen om geprezen of gevleid te worden, want de spiegel is voor velen ook een zeer vertrouwd vriend, dien men voorbedachtelijk raadpleegt, om het hart, dat ijdele ding, door een vleiend antwoord gestreeld te zien. Daar die vriend echter altijd de waarheid spreekt, worden de vragen, die men tot hem richt, zoo fraai mogelijk ingekleed. Men gaat tot dien vriend opgetooid en opgesierd en met den beminnelijksten lach om de lippen en vraagt: ‘zie ik er zóó niet gracieus uit? zal ik niet schitteren in de salons van mevrouw A.?’ En dan glinsteren de oogen van vreugde, en er komt een glans van genoegen op het gelaat, en de spiegel, die dezen indruk getrouw weêrgeeft, brengt een bevredigend antwoord.
De spiegel wordt echter om den tuin geleid, zooals de vrienden, en als er ooit een spiegel kon zijn, waarin bij zulke gelegenheden te lezen stond: ‘gij zijt een ijdel ding, dat kan de gansche wereld aan u zien,’ hij zou voorzeker nimmer meer geraadpleegd, maar voor goed uit den weg geruimd worden.
Het is waar, de ijdelheid speelt in den mensch een groote rol, en daarom legt hij nooit zijne gebreken voor den spiegel bloot, want het antwoord van dien waarheidlievenden vriend zou zeker niet vleiend zijn. Wanneer wij er toe konden besluiten om in oogenblikken van drift en gramstorigheid, als het gelaat getrouw de indrukken teruggeeft van hetgeen in ons binnenste woelt, het huiselijk meubel te raadplegen, het zou zeker nuttiger zijn, dan nu in den regel het geval is, en wanneer wij, in min gewichtige omstandigheden, bij het raadplegen van het gevoelen onzer vrienden, de waarheid onverbloemd te kennen gaven en in plaats van onze ijdelheid ons wezenlijk belang behartigden, zouden wij er ons ook stellig beter bij bevinden.
De jonge moeder, die wij op bijgaande gravure zien, schijnt het goed te begrijpen. Het zij ons vergund te zeggen dat de meeste moeders, ook dikwijls zonder dat zij er aan denken, de ijdelheid in jonge kinderen opwekken, door met verrukking te spreken over de schoone kleêren, die de kleinen aan hebben en hen dan voor den spiegel te brengen om zich daarvan te overtuigen. 't Is waar dat het aardig is om te zien hoe het kind van vreugde in de handen klapt, hoe zijne oogjes schitteren; maar zou door dit schijnbaar onschuldig vermaak in het hart van het kind niet de kiem van de ijdelheid gelegd worden, die het jonge meisje aan den spiegel deed vragen of zij niet zou schitteren in de salons van mevrouw A.?
Onze jonge moeder brengt haar zoontje voor den spiegel op het oogenblik dat zijn gelaat misvormd is, en de spiegel, die de waarheid spreekt, zal hem wel geen vleiend antwoord geven. Zij handelt dus zeer verstandig want zij leert hem reeds vroegtijdig dat hij niet zijne ijdelheid moet raadplegen maar de waarheid spreken, wanneer hij zijn vriend om raad vraagt.