Paus Sylvester II.
Het stadje Aurillac was in 1851 getuige van eene plechtigheid. Men onthulde namelijk het standbeeld van den grooten Paus Sylvester II, welke opperpriester de eerste was van die, welke uit Frankrijk zijn voortgekomen. Tot de kosten van dat beeld had niet alleen Auvergne bijgedragen, maar ook uit vele steden en dorpen buiten die provincie waren milde giften toegevloeid. Het beeld is een der meesterstukken van David d'Angers en staat op een vierkant voetstuk, dat aan de voorzijde de woorden bevat: A Gerbert - Sylvestre II, décédé en 1003, l'Auvergne sa patrie MDCCCLI; het beeld zelf is van brons en stelt den Paus voor in vol ornaat.
Standbeeld van Paus Sylvester II te Aurillac in Auvergne.
Paus Sylvester, die eertijds Gerbert heette, was van nederige geboorte en in zijne jeugd schaapherder. Daar hij groote neiging voor den geestelijken stand aan den dag legde, plaatste men hem in een klooster van den H. Geraldus, dat een der beroemdste scholen uit de middeleeuwen bezat, waaruit vele groote en geleerde mannen zijn voortgekomen. Jan van Salisbury, bisschop van Chartres, schreef in 1176: ‘ik plaats de school van Aurillac (het klooster van den H. Geraldus) in den eersten rang met betrekking tot de wetenschappen, die van Luxueil met betrekking tot de welsprekendheid.’ En een ander schrijver zegt er van: ‘Uit deze beroemde school kwam Gerbert voort, de grootste verpersoonlijking der Xe eeuw.’
In dit klooster maakte Gerbert de grootste vorderingen in de wetenschappen vooral in de wiskunde, die zijn lievelingsvak was. Hij werd later om zijne verdiensten tot abt benoemd van het klooster te Bobio in Lombardije. Na hier geruimen tijd de kloosterlingen en de geheele stad door zijne deugd en groote geleerdheid gesticht en verbaasd te hebben, begaf hij zich naar Rheims, waar hij met het bestuur der daar bloeiende school werd belast en Robert, zoon van Hugo Capet, onder zijne leerlingen had. Zijne kundigheden verwierven hem zoodanig de algemeene achting en bewondering dat hij in het jaar 992 tot aartsbisschop van Rheims werd benoemd ter vervanging van Arnoul, die afgezet was. Maar in 998 daarop werd deze aartsbisschop weêr op zijn zetel hersteld, en Gerbert, als een gehoorzaam zoon der Kerk, trok zich onmiddelijk terug, begaf zich naar den Keizer en verwierf door dien tusschenkomst het aartsbisdom van Ravenna, dat hij evenzeer slechts korten tijd bezat, want toen in het volgende jaar Paus Gregorius V overleed, werd de geleerde Benedictijn tot zijn opvolger verkozen. Hij nam den naam van Sylvester II aan.
Het pausschap van Sylvester duurde slechts 4 jaar 1 maand en 9 dagen, maar was evenwel een der beroemdste, daar onder hetzelve de bekeering der Hongaren plaats had.
Stephanus was zijn vader Geiza in 997 opgevolgd als hertog der Hongaren. Door de bemoeiingen van Geiza en vooral van zijne deugdzame echtgenoote Sazolta was het beierschen missionnarissen gelukt duizenden Hongaren voor den katholieken godsdienst te winnen; groot echter was het getal van hen, die nog aan de dwalingen van het Heidendom verkleefd bleven. Deze hoopten na den dood van Geiza het Christendom te zullen kunnen uitroeien, daar hem Stephanus opvolgde, die nauwlijks den ouderdom van 19 jaren had bereikt. Om een voorwendsel te hebben, verzocht een der machtigste heidensche edelen, Kuppa geheeten, de hand der koningin- weduwe, en daar dit verzoek, zooals te voorzien was, afgeslagen werd, ontstak Kuppa den burgeroorlog onder de leus: voor de vrijheid en het Heidendom!
Maar Stephanus vreesde hem niet: hij trok tegen hem op, ofschoon zijn leger veel zwakker was dan dat van Kuppa, en had het geluk hem geheel te verslaan: zelfs schoot Kuppa er het leven bij in. Nu sidderden allen voor de wraak van den jeugdigen held, maar hij toonde zich zoo gematigd als dapper. De afgoden werden omvergeworpen maar de afgodendienaars gespaard; het Heidendom werd uitgeroeid, maar de Heidenen werden met zachtheid behandeld. Stephanus, nu zijn naam gevreesd was onder de Heidenen, wilde hen op zachte wijze tot de ware Kerk brengen, en dit gelukte hem. Hij liet overal afkondigen: Jezus, de Zoon Gods, is de onzichtbare koning aller volkeren en natiën, en Zijn Evangelie de wet, waaraan alle volken en natiën en dus ook de Hongaren onderdanig moeten worden. Hij zou daarom op Gods bevel in al de gewesten van Pannonië priesters zenden, welke het in den nacht des Heidendoms verblinde volk door onderwijs verlichten, het uit de dienstbaarheid van Satan bevrijden, door het doopsel tot uitverkorene burgers van het goddelijk rijk op aarde wijden zouden. De gruwelen van den afgodendienst moesten verdwijnen en plaats maken voor de heerlijkheid van het kruis van Christus.
Nu vestigde Stephanus een aantal bisschoppelijke zetels, bouwde kloosters, kerken en scholen en zond daarop gezanten naar Paus Sylvester om zijne handelingen aan diens goedkeuring te onderwerpen en ze door hem te doen bekrachtigen.
Toen de Paus alles vernam wat Stephanus voor de Kerk van Hongarië had gedaan, riep hij den gezanten in heilige geestverrukking toe: ‘Ik heet Apostolische, maar uw vorst, door wien Christus een zoo groot volk gewonnen heeft, is de Apostel.’ Voorts keurde hij alles volkomen goed wat Stephanus gedaan had en willigde al zijne verzoeken in; zelfs gaf hij hem meer dan hij gevraagd had. Een der gezanten wijdde hij zelf tot aartsbisschop van Gran en metropolitaan van Hongarië, een anderen tot bisschop van Colocza. Dezen beiden kregen de volle macht om alle bisschoppen te wijden, die Stephanus zou aanstellen, terwijl de Paus eindelijk dezen, die tot nu toe slechts hertog was, de kroon en den koningstitel schonk en bij een eigenhandig schrijven het voorrecht verleende ten allen tijde het kruis als een teeken des Apostelschaps voor zich te laten uitdragen en als plaatsvervanger des Pausen de tegenwoordige en toekomstige kerken van Hongarië in te richten, en met rechten en voorrechten te verrijken.
Paus Sylvester stierf in het jaar 1003 en nam de liefde des volks zoowel als die der vorsten met zich in het graf. In weerwil van de bezigheden, waartoe zijne verhevene waardigheid hem verplichtte, wist hij nog tijd te vinden voor wetenschappelijke oefeningen. Behalve 149 brieven over godsdienstige onderwerpen en het leven van den H. Adelbertus, zijn voor het nageslacht verscheidene werken van hem bewaard gebleven over de wiskundige wetenschappen, welke werken langen tijd op de hooge- en andere scholen met vrucht gebruikt werden.
De vijanden der Kerk hebben dezen Paus wel eens beschuldigd van tooverij. Deze beschuldiging is bespottelijk maar toch verklaarbaar. Is het aan de eene zijde waar dat de ware geleerde ver verheven is boven bijgeloovigheid en tooverij, van den anderen kant is het even zeker dat Paus Sylvester juist door zijne groote geleerdheid tot die beschuldiging aanleiding gaf, want als wij weten dat hij onder de geleerdsten zijner tijdgenooten er weinig had, die hem begrepen, en eerst het nageslacht hem de rechtmatige hulde kon toebrengen, dan kunnen wij het verklaren waarom het volk met zekeren angst tot den man opzag, uit wiens pen, in zake van wetenschap, eene taal vloeide, welke voor die tijden orakeltaal mocht geheeten worden.