hem zou kunnen beletten zijn goddeloos plan geheel ten uitvoer te leggen, liet hij door zijne handlangers bericht geven dat de beraamde opstand vroeger moest worden uitgelokt. Het sein tot den opstand zou worden gegeven door het in de lucht springen van eenige gebouwen, die reeds lang ondermijnd waren. Er was bepaald dat de kazerne der zouaven het eerst dit lot zou ondergaan; men hoopte zich daardoor met één slag van 's Pausen dapperste verdedigers, voor zoover die zich te Rome bevonden, te ontdoen. Door de hoofden der samenzwering waren daartoe twee Italianen omgekocht. De een heette Monti, hij was metselaar van beroep en gehuwd; de ander, Tognetti, was een jongeling van nauwlijks drie- en- twintig jaren. Laatstgenoemde had sinds lang omgang met losbandige knapen, beiden waren door hebzucht tot de goddelooze daad gedreven: de samenzweerders hadden hun eene groote som gelds toegezegd.
In den avond van den 23 October, omstreeks zeven ure, brachten de beide huurlingen de lont aan het kruit, ten gevolge waarvan een gedeelte der kazerne in de lucht sprong. Het was aan eene bijzondere bestiering der Voorzienigheid te danken, dat slechts negen en twintig Zouaven gedood werden, dewijl het gansche korps zich toevallig buiten de kazerne bevond. De Zouaven bevonden zich elken avond gemeenlijk op dat uur in de kazerne, voor zoover zij geen dienst hehoefden te verrichten. Dat wisten de samenzweerders; doch het was juist door de samenzwering dat de Zouaven gered werden. Er was namelijk eenige oogenblikken vóór het bloedig feit bericht ontvangen van eene geheime samenkomst der samenzweerders, die juist op het oogenblik gevangen genomen werden, toen de uitbarsting in de kazerne plaats had. Ook de andere pogingen tot opstand mislukten, en zooals men weet, werd Garibaldi met zijn leger eenige dagen later geheel geslagen. De hoofden der revolutionnairen wisten zich door de vlucht te redden, doch Monti en Tognetti werden gevat en korten tijd geleden ter dood veroordeeld.
Heden zouden zij de doodstraf ondergaan. Dit was gisteren middag bekend geworden, met het gansche verslag hunner misdaad, waarbij tevens iedereen uitgenoodigd werd voor de veroordeelden te bidden. Ongeveer ten vijf ure waren zij uit de gevangenis naar de kerk St. Maria de Cosmedin overgebracht; ten zeven ure zou de terechtstelling plaats hebben. Monti had reeds vóór eenigen tijd berouw getoond, doch Tognetti bleef hardnekkig weigeren een priester te ontvangen. Tengevolge daarvan is de voltrekking van het vonnis weken lang uitgesteld, dewijl men nog altijd bleef hopen dat hij tot inkeer zou komen. Toen hem nu werd aangezegd, dat hij nog slechts korten tijd te leven had, geraakte hij in de grootste vertwijfeling. De ongelukkige heeft waarschijnlijk te veel gesteund op de grootspraak zijner verleiders, en wellicht heeft hij daarenboven nog wel hunne wraak gevreesd, in geval hij zich, in hun oog, lafhartig gedroeg. Na eenigen tijd kwam hij tot kalmte en gaf zijne begeerte te kennen om aan een priester zijne zonden te belijden. Hij legde groot berouw aan den dag en men hoorde hem bij herhaling luid zeggen: ‘Men heeft mij misleid! men heeft mij bedrogen!’ Arm slachtoffer der goddeloosheid!
Er komen vijf straten uit op de Rocca della Verita, en uit al die straten stroomde het volk naar het plein waar de guillotine stond, die door eene sterke militaire macht omgeven was. Weinige minuten vóór zeven ure zag men Monti, vergezeld van zijnen biechtvader het schavot naderen: hij ging slechts waggelend voort, en het kwam mij voor dat eene zware gemoedsbeweging hem beving, toen hij het schavot zag. Hij zou gevallen zijn, indien de priester hem niet ondersteund en woorden van troost toegesproken had. Ik sloeg de oogen naar den grond en bad God zijne ziel genadig te zijn. Weinige oogenblikken later hoorde ik de priester met luide stem roepen: ‘Bid voor zijne ziel!’ Monti had zijne straf ondergaan.
Omstreeks twintig minuten later hoorde men op nieuw het gelui van de zoogenaamde armezondaarsklok, en Tognetti verscheen aan den ingang der kerk. Zijn gelaat was bedekt en men kon duidelijk zien, dat hij zich nauwlijks op de been kon houden. Bij het schavot gekomen zijnde, smeekte hij den militairen kommandant dat deze de Zouaven om vergeving zou bidden, en wankelde toen meer dood dan levend de trappen op. Een oogenblik voor dat de bijl viel, hoorde men hem uitroepen: ‘Barmhartigheid! o God, barmhartigheid!’ en de priester antwoordde: ‘Ja, zoon! hoop op de barmhartigheid van God.’
Het was duidelijk zichtbaar dat de toeschouwers diep getroffen waren; zij verheugden zich er over, dat de ongelukkige zich tot God had bekeerd, zij baden voor hem.
Toen de ijzingwekkende plechtigheid afgeloopen was, sprak de priester eenige woorden tot de menigte, waarin hij vooral deed uitkomen dat Monti en Tognetti eene zware misdaad bedreven hadden, maar als Christenen gestorven waren, en toen ging de menigte bedaard uiteen. Het lijdt geen twijfel of men zal dezer dagen, in de dagbladen wel veel lezen over de afschuwelijke regeering die menschen ter dood laat brengen, en over de verontwaardiging der romeinsche bevolking; ik kan u echter de verzekering geven dat men hier daarvan niet het minste bewijs ziet, maar iedereen vol verontwaardiging is over de revolutionnaire aanleiders, die door hunne duivelsche listen die twee menschen in het ongeluk gestort hebben.
Toen de executie afgeloopen was werden de lichamen op draagbaren, begeleid door geestelijken, naar de kerk St. Giovanni decollata overgebracht; daar werden zielediensten voor hen gelezen en heden avond zijn zij begraven.
Moge dit treffend voorbeeld allen afschrikken om aan de beraadslagingen der goddeloozen deel te nemen, of zich door geld of beloften te laten verleiden tot daden, die evenzeer tegen de menschelijke als de goddelijke wetten strijden.
Vaarwel.