Schilderij van Dillens.
Wij behoeven slechts een enkelen oogslag te werpen op de bijgevoegde gravure, naar eene schilderij van Dillens te Brussel, om ons te kunnen verplaatsen naar een van die oorden in Nederland. waar de nationale kleederdracht onder de bewoners van het platte land nog geheel bewaard is gebleven. Het is een winterlandschap zoo als de Hollanders dat slechts kennen. Het tafreel is zeer aantrekkelijk gestoffeerd met zijnen kerktoren op den achtergrond, half in den grauwen nevel verborgen, met zijne spelende jongens èn besneeuwden oever. Men ziet op eenigen afstand een echtpaar dat op de terugreis is naar huis, na waarschijnlijk de gastvrijheid te hebben genoten van iemand, die veel te ver uit de buurt woont om hem anders dan op schaatsen, dat is vliegend, te kunnen bezoeken. De man begrijpt den plicht die op hem rust zeer goed, want hij vangt de volle kracht van den wind met zijn lijf op, zoodat zijne vrouw niets meer te doen heeft dan zijne bewegingen geheel te volgen, en het is bekend dat de vrouwen in het Noorden van Nederland in dat opzicht zeer meêgaande zijn. De groote groep op den voorgrond is bijzonder levendig en karakteristiek geschikt. Wie zou in den vluggen jongeling, die daar zoo ongedwongen over het ijs zweeft, den boerenknaap herkennen, die uithoofde van zijne lompe houding soms de lachlust van den stedeling heeft opgewekt. Nu is hij in zijn element zoowel als zijne zuster, die met hem schijnt te wedijveren, komt echter de dooi de gladde baan onbruikbaar maken en moeten deze ijsvogels hunne vleugels afleggen, dan is het uit met hunne virtuositeit: die gaat slapen als de natuur ontwaakt.