Puriteinen - en zij hadden het niet ver mis - staat de misdaad gelijk aan de zonde, straf aan boete, boete aan verbetering; eenmaal tot berouw gebracht, was de zondaar gered. Veel goeds is in hun stelsel gelegen, maar het berouw, als 't geen kracht tot beter handelen en ernergieken wil geeft, is practisch onvruchtbaar. Als voorstanders van het cellulaire stelsel in onzen tijd noemen wij slechts den beroemden Belg Ducpétiaux, dien onze lezers kennen, en den Nederlander Suringar. Naast het kwakerstelsel verdient nog gemeld te worden het auburnsche of zwijgstelsel (silent system) dat in vele opzichten overeenkomst heeft met het eerste; alle twee toch willen zij het verdere zedenbederf door de onderlinge gemeenschap der gevangenen voorkomen; het pennsylvanische door volstrekte scheiding, het auburnsche door scheiding des nachts en door een volstrekte verplichting van te zwijgen. Veel is op de twee stelsels af tewijzen. De eenzame opsluiting is zeer goed bij gevangenschap van zeer korten duur; zij behoedt meer dan alle anderen tegen de aansteking der onzedelijkheid in de gevangenissen; zij stemt tot nadenken en berouw; zij vergroot den heilzamen invloed van den godsdienst en het onderwijs; zij geeft meer gelegenheid om elken gevangene overeenkomstig zijn karakter te behandelen; en voor wat aangaat de opbrengst van het werk, heeft zij schier zoo goed resultaat als de gemeenschappelijke gevangenisschap. (In vele duitsche cellulaire gevangenissen wordt volstrekt niet gewerkt, vooral als men den misdadiger niet tot bekentenis heeft kunnen dwingen en het vonnis gevallen is ten gevolge van duidelijke bewijzen der misdaad.) De keerzijde er van zijn: dat na veeljarige eenzaamheid deze de wilskracht verstompt, waaraan alle drijfveer ontnomen wordt; verzwakking der verstandelijke vermogens, ten minsten bij onbeschaafde lieden, verlamming der spierkracht, waaraan de arbeidklasse tot levens-onderhoud zoo'n groote behoefte heeft. Dientengevolge wordt door de nederlandsche wetgeving van 28 Juni 1851 slechts eenzame opsluiting van een halfjaar toegelaten. Door die wet is bepaald dat de tot eenzame opsluiting veroordeelden gedurende hunnen geheelen straftijd in afzonderlijke cellen worden opgesloten, zoowel bij dag als bij nacht onder verplichting van arbeid; zij bepaalt de inrichting der cellen voor het behoud der gezondheid en het verrichten van den opgelegden arbeid, alsmede dat er geen gemeenschap tusschen de veroordeelden zal plaats hebben; verder dat ieder veroordeelde minstens zesmaal per dag zal bezocht worden met inbegrip der werkmeesters, opzichters, geestelijken, geneesheeren, onderwijzers, leden van het bestuur enz.
In België bestaat insgelijks het cellulair stetsel. Alhier bestaat, over het algemeen, de eenzame opsluiting. Te Vilvoorde en Gent is het gemengd stelsel in voege, dat is de gevangenen arbeiden in gemeenschap en zijn alleen des nachts in hunne cellen opgesloten. In Antwerpen en elders werkt de gevangene in zijne eenzame cel en ontvangt in den loop van den dag de bezoeken van toezichters, geestelijke, geneesheer, enz. 't Is overigens een punt dat wel eens nader dient behandeld te worden.
Het iersche gevangenisstelsel is geheel eigenaardig en bestaat uit vier afdeelingen: 1° de eenzaamheid van negen maanden, die bij goed gedrag tot ééne maand kan afgekort worden; 2° den gemeenschappelijken dwangarbeid, die nogmaals uit vijf onderafdeelingen bestaat, zoodat een gevangene door goed gedrag van zwaarderen tot lichteren arbeid kan overgaan; 3° de afdeeling tusschen vrijheid en gevangenis, waarin de bestrafte zich tot de vrijheid kan voorbereiden, hooger loon voor zijnen arbeid wint, meer vrijheid en vertrouwen geniet; de 4de afdeeling is eene voorwaardelijke gratieverleening, die herroepelijk is; de bestrafte wordt in de gelegenheid gesteld zijn onderhoud met een eerlijk ambacht te verdienen en staat immiddels onder het toezicht der policie. In weerwil van de hevige bestrijders van dit stelsel kon toch de beroemde Mittermaier zeggen, ‘dat geen staat zich beroemen kon zulke goede gevolgen te hebben, opzichtens het hervallen der misdadigers als Ierland.’
Wij hebben nu drie stelsels van gevangenissen besproken, er blijft ons nu nog de beschrijving over van een stelsel van dwangarbeid, dat in de gevangenissen in Engeland, Noord-America en in den laatsten tijd ook in eenige streken van Duitschland is ingevoerd geworden, namelijk den trapmolen (treadmill). Deze arbeid is zoo inspannend, dat de trappers altijd na eenige minuten rust moeten nemen en aldus voortdurend met elkander moeten afwisselen. Onze gravuur stelt voor een gevangenis van Engeland bijv. die van Cold-Bath-Field te Londen, waar gewoonlijk omstreeks een paar duizend gevangenen zijn. De trapmolen is eene groote houten ‘trom’ die om een spil draait, en waarvan de voortbrengende kracht dient tot het in beweging brengen van een graanmolen of om water uit eene nabijgelegen put te pompen. De trapwielen maken een schuinen hoek van 20° uit met den trapcylinder; daarbij is een dwarshout aangebracht tot steunsel voor de handen, ten einde de geheele kracht en zwaarte van het lichaam tot, het rondwentelen van den tredmolen kunne gebruikt worden. Deze straf wordt opgelegd aan de veroordeelden tot dwangarbeid en aan hen, die tegen de disciplinaire bepalingen der gevangenis gezondigd hebben. Gewapende opzichters houden een streng toezicht zoowel over den arbeid als over het zwijgstelsel, waartoe die gevangenissen behooren.
Onze gravure geeft aan elk der molentrappers karakteristieke gelaatstrekken.
Onlangs heeft in den trapmolen van Cold-Bath-Field te Londen een zeer aardig voorval plaats gehad. Zekere lord, die zich veel aan de verschillende stelsels van gevangenissen gelegen laat liggen, wilde persoonlijk eens beproeven hoe zwaar het werk in den trapmolen was. Hij nam daarom met toestemming van den directeur op een der trappen plaats. Spoedig gevoelde hij echter dat dit werk voor hem veel te vermoeiend was, en verzocht daarom den molen te doen ophouden. Tot zijn schrik ontving hij echter tot antwoord dat dit slechts van twee tot twee uren kon plaats hebben; de Engelschman was dus verplicht al dien tijd het zware schelmenwerk te verrichten.