geog. mijlen, tweemaal die der Middellandsche zee. Zij schijnt van het oosten naar het westen eene zachte helling te hebben en verheft zich ten noorden van het Tsad-meer 375 el boven den zeespiegel. Op die plaats is zij ook zeer bergachtig. Geheel de kust van Ajan, een gedeelte van de oostkust van Afrika, is insgelijks eene woestijn, even als de streek tusschen den Nijl en de Roode zee. De Syrische woestijn is de voortzetting van de onmeetlijke afrikaansche, die door de landengte van Suez, Arabië bemeestert, Perzië doorsnijdt, zandheuvelen in Turkestan ophoopt en vervolgens Mongolië bemachtigt om slechts de eindpaal van haar gebied te vestigen in Mandschourië aan de oostelijke grenzen van Azië. Geleerde natuurkundigen willen bewijzen dat die geheele lange en ongelijk breede strook zand van den Atlantischen tot den Stillen oceaan de bedding zou zijn van eene uitgedroogde zee. De reeks binnenzeeën en groote meeren welke zich evenwijdig aan die aardstrook bevinden geeft eenigen bewijsgrond, wanneer men daarbij voegt, het zoutgehalte van de wateren der woestijn en de ophoopingen van zeezout op den afrikaanschen zandbodem.
De Sahara heeft water noch wasdom behalve in eenige betrekkelijk kleine met bronnen begiftigde oasen, die als 't ware de eilanden zijn in die onmeetlijke zandzee. Vooral het oostelijk deel der Sahara, Libysche woestijn geheeten, bestaande uit op den duur met zand bedekte rotsvlakten en kiezelvelden, waarboven hier en daar rotsketens uitsteken, is rijk aan oasen, terwijl het westelijke Sahel genoemd vooral uit stuifzand bestaat. Alle oasen van Noord-Afrika zijn vloeddalen, waarvan het water zich meestendeels onder de aardoppervlakte bevindt, of bekkenvormige valleien, omgeven van kleine bergketenen en heuvelrijen, waarin zich een beek of een klein meer van regenwater verzamelt, of waar bronnen in de omringende hoogvlakten ontspringen. In de algerijnsche Sahara werden sedert 1856 door het boren van artesische putten talrijke oasen geschapen, hetwelk overigens reeds in de oudste tijden tot ontginning van sommige woestijnoorden gedaan werd; Syrië, Egypte, de oasen van Libyë bezaten reeds sinds lang een aantal van deze kunstmatige bronnen. Olympiodores die in de IVe eeuw te Alexandrië woonde, zegt dat in de oasen gegraven putten zijn van 48 tot 80 ned. el diepte, die haar bruisend water hoog opwerpen en leven en vruchtbaarheid aan een verdorden bodem schenken.
Onze gravure stelt eene oasis in de Sahara voort, waar de weelderige natuur onder een zonnigen hemel de edele vruchten van het zuiden voortbrengt als de dadel- en de thebaïsche palmen en plantgewassen, de gomacacia's, de mannastruik, vijgen, koren, gerst, een soort wijnstok, de wildgroeiende sennabladeren en een als voedingsmiddel gebruikte grassoort. Huisdieren zijn er de kameel, het paard, de zebu, de ezel, het schaap, de geit en de hond; wilde dieren: de hyena, de jakhals, de antilope, de struis, de hagedis, de slang en de schorpioen. Wel is waar wordt het aangename door het nuttige beheerscht, en is eene oasis meer een moestuin dan een lusthof, toch is zij het verlangde oord, waarnaar de Arabier verlangt, die op zijnen kameel, het schip der woestijn, of op zijn muildier de zandvlakte doorkruist, na lange dagreizen door het verschroeiend en wegstuivend zand, ten doode vervolgd door den pestadem van den Samoem, die in Afrika's woestijnen den zetel van zijn gebied heeft opgeslagen en onder den naam Sirocco Italië en onder dien van Solano Spanje teistert. Op die ververschingsplaatsen kan de Arabier zijn lastdier te drinken geven en voeden, een voorraad van levensmiddelen opdoen om verder zijnen vermoeienden tocht door de zandvlakten voorttezetten. Zeer bekend in de oudheid is de Trinytheos Oasis minores bij den tempel van Jupiter Ammon, met eene der beroemdste godspraken, waar het beeld van den god met een ramshoofd werd voorgesteld en Alexander zich tot een zoon van Jupiter liet verklaren. Het getal bewoners in de verschillende oasen van Sahara wordt op ruim 2 millioen geschat, waarvan een groot gedeelte een levendigen karavaanhandel drijven.