landsche en Zwarte Zee en langs verschillende rivieren tot in het hart te dringen van de landen, aan genoemde zeeën gelegen. Het allereerst vestigde men de vaart op Griekenland, verder op Konstantinopel en van hier op de Zwarte Zee, waar men eene verbinding tot stand bracht met de oostersche landen, door middel van de stad Trapezunt in Armenië en met de westersche door middel van den Donau. Vervolgens kwam Klein-Azië aan de beurt, waar Smyrna het hoofdpunt werd; daarop Egypte en Syrië. Reeds in 1851 werden er 1128 reizen gemaakt, 222118 passagiers, 522644 brieven, 473027 koopwaren vervoerd en in het geheel voor ruim 97 millioen francs omgezet. Die reizen werden gemaakt door 55 stoomschepen, en het boekjaar sloot met een actief van 5,846000 en een passief van 5,754000 francs.
Blijkt uit deze getallen welke werkzaamheid de Lloyd in 1851 reeds ontwikkelde, die, welke vervolgens elk jaar werden openbaar gemaakt, toonden, dat de ondernemingen onophoudelijk en op bijna ongeloofelijke wijze toenamen. De Lloyd speelt in de geschiedenis der nieuwe tijden eene zeer gewichtige rol; door zijn onmeetbaren invloed op den handel en zeevaart op Z. Oostelijk Europa en een gedeelte van W. Azië legt hij groot gewicht in de schaal der politiek, en is hij niet geheel vreemd aan den gang van het oostenrijksche staatsbestuur, de oostersche kwestie enz.
Het hoofd-etablissement van de sectie stoomscheepvaart is haar arsenaal. Hier arbeiden gemiddeld 650 menschen, en deze bestaan, zooals in alle oostenrijksche fabrieken, werven enz., uit lieden van zeer verschillende nationaliteit. De meeste komen uit Illyrië, Italië en Stiermarken.
Het arsenaal is verdeeld in twee kolossale deelen, in het midden waarvan zich het administratie-gebouw bevindt. Het eene deel is aan de machinenbouw, het andere aan dien der schepen gewijd. Boven het middelgebouw verheft zich een hoogen toren met een uurwerk, dat een dubbelen uurwijzer heeft.
In de machmen-afdeeling vindt men eene ijzer- en een kopergieterij, eene grof- en fijnsmederij, eene blikslagerij, verscheidene werkplaatsen voor de vervaardiging van hevels en kranen, voor het polijsten, boren en draaien, timmeren en schrijnwerken en eindelijk eene zaal, waarin de onderscheidene deelen der machine tot een geheel gevormd worden.
Deze afdeeling heeft den vorm van een hoefijzer; in het midden bevinden zich de ketelsmederij en de groote stoomsmidse; de onderscheidene lokalen zijn met ijzeren spalken met elkander verbonden.
Op den havendam, die zich langs het geheele arsenaal uitstrekt, en waar de stoombooten aanleggen, zijn drie groote kranen en een stoomwindas, door middel waarvan masten, machinen en ketels tot een gewicht van 60 tonnen of ruim 1000 centenaars opgeheschen en in de stoombooten nedargelaten kunnen worden.
Zoo mogelijk nog kolossaler is de andere afdeeling des arsenaals, die der scheepswerven. Hier i een stapel voor zes schepen en een droogdok. In het laatste liggen rails, over welke door middel van een vaststaande stoommachine de grootste stoombooten op wagens in minder dan een uur tijds op het drooge kunnen getrokken worden. De bodem van het dok is 15 voet onder den waterspiegel; het wordt door twee dammen en een zware, ijzeren sluitdeur ingesloten. Jaar in jaar uit zijn de stapels bezet; wekelijks loopt er een schip af.
Uit het medegedeelde kan men gemakkelijk opmaken, dat de oostenrijksche Lloyd niet alleen een maatschappij is voor personen- en goederenverkeer, niet bloot een handelsgezelschap maar ook eene vereeniging tot bevordering en verbreiding van kultuur, industrie en machinerie; dat hij een academie voor kunsten en technische wetenschappen is. Om de verschillende doeleinden, die hij zich zonder ophouden vormt, te bereiken, moeten er gedurig nieuwe werkplaatsen geopend en, zoo de werklieden voor den nieuwen arbeid niet voorhanden zijn, die uit andere streken en landen ontboden worden. Jaarlijks treden honderden lieden in de dienst van den Lloyd, die er gelegenheid vinden zich in hun vak te bekwamen en daarna gemakkelijk in eene andere dienst kunnen overgaan of zelven een zaak oprichten.
Dat Triëst en zijn verre omstreken uit den Lloyd onberekenbare voordeelen trekken en niet alleen in een stoffelijk maar ook in een wetenschappelijk opzicht vooruitgaan, behoeven wij naauwelijks op te merken.