Belgische Muzen-Almanak. Jaargang 5(1830)– [tijdschrift] Belgische Muzen-Almanak– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 132] [p. 132] Aan mijne Lier. Gij blijft heilig aan mijn harte, Nooit volprezen Lier! Troosteres in ramp en smarte, Mij zoo waard en dier! 'k Werd zoo vaak in tegenheden, Reine vreugde ontwaar, Als mijn vingers zachtkens gleden Langs uw gulden snaar. Als ik in een mirtpriëeltje, In een' avondstond, En in de armen van mijn N... tje, Ook u wedervond; [pagina 133] [p. 133] Als ik dan in 't loof der boomen, 't Windje ruischen hoor, En me in zoete tooverdroomen Wellustvol verloor; Als ik dan door liefde omvangen, Zacht uw snaren druk.... Wie waardeert dan mijn gezangen,... En mijn aardsch geluk? Neen, gij moet mij nooit begeven, Speeltuig van mijn hand! 'k Hang u nimmer in mijn leven, Rustig aan den wand. 't Reinst gevoel ontlokke u klanken, Aan de Deugd gewijd: Vrij mag dan mijn hart u danken, Na den felsten strijd. Onschuld zij u aanbevolen, Als haar 't onheil naakt; Schets haar 't vreeslijk ommedolen, Door geen deugd bewaakt. [pagina 134] [p. 134] Laat de Liefde u steeds bekoren, Zijt haar schild in 't stof; Laat haar immer klanken hooren, Tot hare eere en lof. Dan, dan blijft gij aan mijn harte, Altijd even dier: En mijn troost in ramp en smarte, Nooit volprezen Lier! E.L. GLINDERMAN. utrecht. Vorige Volgende