Belgische Muzen-Almanak. Jaargang 5(1830)– [tijdschrift] Belgische Muzen-Almanak– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 70] [p. 70] Mijne Wenschen. (Naar het Hoogduitsch van Blumauer.) Het aardrijk is zoo breed, zoo wijd, Als 't oog beschouwen kan; Wien 't heel bezat noemde ik altijd Een meer dan schatrijk man; Maar 't was volkomen naar mijn zin Had ik er slechts één plekjen in En op een heuvel koos ik mij Dien eng beperkten grond, Opdat ik altijd, vrij en blij, Kon uitzien in het rond, Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, Al wat er op deze aard' bestaat. [pagina 71] [p. 71] Maar op dit plekje stond ook dan Een hutje naar mijn' zin, Daar nestelde ik, vernoegde man; Met vrouw en kind mij in; Want leven zonder vrouw en kind Is zeilen zonder stroom en wind. En had ik daar een tuintje bij Ik bouwde dit met vlijt, Dan loonden versche groenten mij Voor welbesteden tijd. Ook plantte ik daar een' vruchtboom in, Want snoepen is der kindren zin. En leverde de wijnstok mij Een goed glas Druivennat, Er reisde vast geen vriend voorbij, Die niet in 't hutje trad; Wij kenden zorgen noch verdriet, En telden hem de glazen niet. [pagina 72] [p. 72] Hier bij moest nog een kleinood zijn, Het dierbaarste op deze aard', Een goed - nog meer dan vriend en wijn Dan huis en tuintje waard. De Vrijheid! - als 'k haar zoet niet smaak Geeft mij al 't andre geen vermaak. A.J. VAN DER AA. antwerpen. Vorige Volgende