Belgische Muzen-Almanak. Jaargang 5
(1830)– [tijdschrift] Belgische Muzen-Almanak– Auteursrechtvrij
[pagina 56]
| |
Feestlied,
| |
[pagina 57]
| |
Vondels Taal lag diep verdonkerd,
En van d'ouden glans beroofd;
Thans heeft weêr die glans geflonkerd,
En verheft Zij 't pralend hoofd.
Zaagt ge uwe eedle vlugt verhindren
Door 't Vooroordeel, dat u laakt,
Zaagt ge uw' naauwen kring nog mindren,
En uw schuldloos doel gewraakt;
Waar is 't goede of nut te vinden,
Sinds des Tijds geboortestond,
Dat geen dwazen en verblinden
Overal tot haters vond?
Maar de smaad dier vuige dwazen,
Die der Kunst tot hulde strekt;
Maar hun onbesuisde razen
Heeft uw geestdrift opgewekt.
Zie, daar Ammons kroost durft smalen
Tegen 't heerlijk Zonnelicht,
Schiet de God des Daags zijn stralen
Hun in 't vuig en zwart gezigt.Ga naar voetnoot(1)
| |
[pagina 58]
| |
Laat dus 't redeloos vooroordeel
Lastren, smalen op uw werk,
Wat toch baart zijn woelen voordeel....
De Eendragt maakt uw banden sterk!
Door gestadig voort te streven
Wordt der Taal een zuil gerigt,
Die aan u, bij later neven,
't Dierbaar Vaderland verpligt.
Woeden somtijds tweedragts stormen
In de groote maatschappij,
Laat zich nooit partijschap vormen
In uw stille burgerij.
Kreunt u aan geen planverzinners,
Die 't al willen naar hun zin,
Echte Waarheid... Vrijheidminners...
Maar alleen voor zelfgewin.
Laat daar Huichlaars in de rangen
Zelfs der Liberalen gaan,
Om, met slinksche kronkelgangen,
Fluks de Dweepzucht voor te staan!
| |
[pagina 59]
| |
Weg met al die Staats-krakeelen;
Neen, laat muggezifterij
Noch partijzucht u verdeelen;
Kunstmin schuwt de Twistharpij.
Wie voor 't Kunstaltaar zich buige,
Naadre hier, verheugd van geest,
In uw Koor, en zij getuige
Van uw Derde Broederfeest.
Blinke, in de opgeheven handen,
Vrienden! weêr de Feestpokaal;
Drinkt het heil der Nederlanden
En den Roem van Neêrlands Taal.
't Feestlied roll' van aller tongen,
En weêrklinke uit volle borst:
Heil zij hartlijk toegezongen,
Heil aan Vaderland en Vorst!
F. DE VOS.
ninove. |
|